zondag 30 september 2012

Detlev

Detlev: een talentvolle jongeling die zich bewust niet wil/kan aanpassen aan de omgeving.
Ik werk op een opleiding waar het makkelijk werken is. De bevolking op deze opleiding is demografisch gezien a-typisch: 97% is mannelijk en 98% komt uit de prairies ronde de grote wereldstad E. Als je je op deze opleiding niet kunt handhaven, moet je echt wat anders gaan doen: de jongeren zijn voor het merendeel al uit hun puberteit, weten waarom ze juist die opleiding hebben gekozen en komen uit gebieden waar het voor ouders nog mogelijk is om hun kinderen op te voeden. Afgezien van wat aftasten in de eerste maanden, gebeurt er vrij weinig. De studenten met de gebruikelijke deficiënties krijgen de aandacht die ze moeten hebben en eenieder weet waar hij elke dag de droeve trip onderneemt naar het gevaarlijke E: een diploma halen, gaan werken of verder naar het HBO.
Eens in de zoveel jaar komt er echter een Detlev langs. De Detlev kijkt mij aan, ik kijk de Detlev aan en we weten het binnen een seconde: dit wordt oorlog. Kenmerkend voor de Detlev is dat hij een doorlopende vorm van provoceren in zich heeft en strategisch kan opereren. Hij zal bij iedere docent op een andere manier toeslaan. Hoe dan ook, vanaf moment 1 lijkt deze jongeling een probleem. Lijkt, want in feite schrik je na een Detlev of 5 in je carrière niet meer. Je weet dat het de makkelijkste manier is om al zijn vergrijpen bij elkaar op te tellen en hem tijdens de najaarsopruiming van school te sturen. Maar dat is te makkelijk, te meer daar je je qua ordehandhaving volledig op Detlev kunt concentreren omdat de rest zich akelig rustig houdt. Veel medeleerlingen hebben ook een hekel aan Detlev. Voetbaltechnisch gezien is Detlev een soort Toivonen: een talentvolle etter. Detlev heeft er echter een autoriteitsprobleem bij.
Vaak is Detlev overgekwalificeerd voor deze opleiding en door zijn Detlev-gedrag al van meerdere opleidingen weggestuurd. Hij kan het qua studie makkelijk aan. Dat geeft hem ook meer mogelijkheden om zich te concentreren op zijn provocaties en de strategie die daar bij hoort.
Van de week ga ik aan deze nieuwe Detlev uitleggen dat hij een Detlev is en dat er waarschijnlijk niet voor gekozen wordt om hem in november weg te sturen, maar dat het de komende 4 jaar dan maar oorlog moet worden.
Hieronder een liedje ook van een soort Detlev.

donderdag 27 september 2012

Tijd voor opvoeding

Het volk moet continu opgevoed worden; zo ook u. Anders gaat het mis, verslonst de zaak en gaat het vaderland nog verder het moeras in. Vandaag een literaire prikkel.
Vernon God Little geschreven door DBC (Dirty But Clean) Pierre -bedenk zellef maar wat dat Clean betekent- was HET boek van de afgelopen zomer voor mij.
De adolescent Vernon Gregory heeft het allemaal niet makkelijk; zijn vriend schiet in het bijzijn van Vernon 16 klasgenoten dood en pleegt daarna zelfmoord. Vernon heeft wel een alibi, maar door allerlei omstandigheden kan en wil hij dat niet gebruiken. In een broeierig Texas volgt dan een hilarische heksenjacht op Vernon, die uiteindelijk uitmondt in een bizarre ontknoping in Mexico. De bijfiguren in deze roman hebben stuk voor stuk een deficiëntie en Vernon moet zich binnen dit geheel overeind zien te houden. Daarnaast wordt het dorp waarin hij woont door de media overspoeld en wordt deze roman  ook een parodie op de Amerikaanse media en samenleving. De moordpartij op zich is geen thema; het gaat er om dat de Amerikaanse samenleving weer eens in al haar waanzin wordt neergezet, zoals deze ook neergezet wordt in Een Samenzwering van Idioten van John Kennedy Toole.
Ja ... en waar is dit alles tegen een geringe prijs misschien wel of niet te vinden. In het mobiele boekenpaleis dat elke zaterdag in het centrum van de grote wereldstad E voor u klaar staat.
Zie ook: www.opendichtbus.nl/
En als toegift, nog wat muzikale opvoeding. Een voor mij onbekend liedje van Howe en zijn vriendjes. Het is weer boffen allemaal vandaag.

woensdag 26 september 2012

De laatste keer: Van Verstandsverbijsteringsveldt

Ik heb de laatste maanden de politiek eigenlijk nauwelijks in de gaten gehouden. Wel wat anders aan het hoofd; eerst even m'n eigen leven formeren en daarna zie ik wel of ik de neo-liberaal-sociaal-democratische wanhoopsdaad nog aandacht geef. Het zal er uiteindelijk wel van komen, vrees ik.
Toch had ik vanmorgen na een fiks aantal negatieve prikkels, een blij moment. De verkiezingsuitslag heeft vrij waarschijnlijk veroorzaakt dat 'de moeder van alle schapen', prinses Domheid ook wel bekend staand als Toos van Verstandsverbijsteringsveldt niet meer terugkomt in de nieuwe ministerploeg. Toos, die het hele MBO-onderwijs omvormde tot een omgeving waarin angst, wantrouwen, spretsjietcultuur, procedures en protocollen de basis werden, gaat verdwijnen en hopelijk in de vergetelheid. Burgemeester van Haren of iets dergelijks. Voorzitter van het Landelijk Platform ter Emancipatie van Dikke Vrouwen in  Juten Zakken, ook goed, als ze maar weg is. We zien wel waar deze menselijke uitwas eindigt.
Van de week werd mij gevraagd of ik 'een paar kruisjes en een handtekening wilde zetten' Het bleken er omstreeks 70 te zijn (kruisjes dan x 3, omdat het 3 toetsen betrof). Het bleek een document te zijn dat een toets moest 'legitimeren'. U weet wel: een schriftelijke overhoring, proefwerk of examen. Vroeger werd van de expertise van de docent uitgegaan, tegenwoordig van het verantwoordingsdocument 'dat er onder ligt' (huil!). De inhoud van de toets doet er niet toe, een inspectie komt nauwelijks in de klas kijken, maar als er maar iets niet deugt aan 'het verantwoordingsdocument', dan kun je het schudden als opleiding. Dit alles is gebaseerd op wantrouwen. De angst is terug te vinden in het document zelf, werkelijk alles is 'afgedekt' uiteraard in een spretsjiet. Daarnaast zijn er nog de procedures en protocollen voordat zo'n document 'vastgesteld' wordt. Kortom met een toets 'construeren' ben je tegenwoordig vele uren kwijt. En Toos maar huilen dat er te weinig lessen worden gegeven. Het wachten is nu op een minister die deze overbodige flauwekul voor eeuwig verbant en ons de kans geeft te doen wat er gedaan moet worden.

dinsdag 25 september 2012

Goed bezig AD 2012

Wegens fysieke zwakte, kan het hoofd niet denken, dus deze maal gejat maar verheugend nieuws over het Oktoberfest in de sympathieke stad M.

Comazuipers
De organisatie is verheugd dat in het openingsweekend half zoveel comazuipers
zijn geteld als vorig jaar: 'slechts' 36.
Dit keer werd de eerste bewusteloze drinker pas binnengebracht toen het festival
al drie uur gaande was: voorheen zakten sommigen al in elkaar voor de opening.

maandag 24 september 2012

The man who refused to give an autograph (2)

Wat kan er gebeuren als een artiest, voetballer, mens van allerlei kanten al jaren te horen krijgt dat hij of zij 'goed bezig' is? Juist ja, dan kan hij of zij arrogant, gemakzuchtig of hoogmoedig worden. En zoals wij allen weten: Hoogmoed komt voor de val (Spreuken 16:18).
En zo verging het afgelopen vrijdag ook met mijn held Howe Gelb. Howe vond dat hij de grappenmaker uit kon hangen, terwijl muziek een serieuze aangelegenheid is. Bovendien waren er nogal wat volgers uit de Howe Gelb-kerk, want er werd ook nog devoot om al die flauwekul gelachten. Zelfs als Howe een experimenteel akkoordje uit zijn gitaar perste, was dat al aanleiding voor de kerkgangers om instemmend te lachen. Volgens mij begrepen de meesten ook niet waar de grappen en grollen over gingen, maar voelde men wel uitstekend wanneer de meester positieve fietbek moest hebben. Al met al heeft Howe in dik 'n uur misschien 10 liedjes gezongen en gespeeld, waarvan minimaal 1 ter plaatse verzonnen. Wat ie muzikaal deed, deed ie goed, maar daar is het ook mee gezegd.
Wat leren we hiervan? Nooit te veel complimenten aan wie-dan-ook-op-welk-moment-dan-ook-geven, want daar worden mensen maar gemakzuchtig van. Daarnaast heeft humor niets met muziek te maken en als ik wil lachen, verzin ik zelf wel wat.

donderdag 20 september 2012

The man who refused to give an autograph

In een concert moet je 'hangen', zoals H altijd zegt. Je bent even weg uit de werkelijkheid. Net zoiets als een gedenkwaardige avond op stap of uit 'n goede film komen. Terug op aarde zit je nog voor langere of korte tijd in een prettige schemerzone. Kan soms een paar dagen duren.
Bij een voor mij gebruikelijk concert met bij voorkeur veel guitarillos-lawaai, 'hang' ik er zo in. Lawaai werkt mentaal louterend op mijn kleine hersentjes.
Als er iemand met een akoestisch gitaar optreedt of zingend achter een piano zit, wordt dat moeilijker. Meestal moet je dan zitten en dan komt m'n latente ADHD weer opzetten. Allerlei belangrijke en onbelangrijke zaken beginnen door het hoofd te spelen: moet ik al plassen en hoe pak ik dat aan, hoe loop ik de zaal uit, mag ik de zaal wel uit? Hebben we nog wel drank genoeg het komende half uur en hoe gaan we dat halen als het op is? Bovendien word je tijdens zo'n concert ook geacht je mond te houden of te fluisteren tegen elkaar en dat is ook weer vermoeiend omdat ik half doof ben. Een beetje rondloeren wie er wel en niet zijn kan ook niet, want de zaal is donker. Kortom als de muziek niet heel erg spannend is, haak ik vaak snel af.
Ik heb maar een paar keer meegemaakt dat ik na een akoestisch optreden in de bekende twilight zone terecht kwam. Een van die keren was in de sympathieke moffenstad Münster (juist ja, van het bekende verdrag). Mijn grote held Howe Gelb van Giant Sand trad solo op en 'ik hing er in' die avond. 200 Kilometer moesten we na het optreden nog terug rijden; geen enkel probleem: ik zat in de schemerzone en dan maakt het allemaal niets meer uit.
Een paar jaar later was Howe het voorprogramma van een ander bietorkest en trad solo een half uurtje op. Ik kwam niet in de schemerzone terecht en het desbetreffende bietorkest vond ik ook niet bijzonder. Bovendien moesten we weer zitten! Na het optreden stond Howe op een meter of 10 van ons handtekeningen uit te delen. Ik ben geen handtekeningenjager, maar had net een zeedeetje van onze held gekocht en dacht "waarom ook niet". Ik liep naar Howe en vroeg om een handtekening op mijn zeedee. Hij keek me enigszins neerbuigend aan en voegde me toe: "I don't give autographs to people who smoke". Daar stond ik dan. Ik liep terug naar onze tafel en vertelde verbaasd wat er gebeurd was, maakte m'n sigaret uit, liep terug en kreeg alsnog onder een misprijzende blik van Howe m'n handtekening. Daar was ik dan ruim 50 jaar voor geworden. Vrijdag is onze held voor het eerst in de grote wereldstad E en speelt dan in het plaatselijke bietpaleis. Solo. Ik ben benieuwd of we moeten zitten en of ik in de twilight zone kom. Waarschijnlijk wel en een handtekening heb ik al.

woensdag 19 september 2012

Onderwijs is oorlog

In mijn moedig voorwaarts tijd heb ik een keer wat geschreven over de 'vierkante meterploeg'. Dit was een ploegje mensen, dat met allerlei meetapparatuur door de school liep en het aantal vierkante meters in kaart probeerde te brengen. Weer een nutteloze actie waar wat spretsjietfanatici zich mee bezig hielden, dacht ik toen. De laatste maanden en vooral gisteren werd duidelijk dat dit allemaal geen flauwekul is.
Volgens de normen heeft een student recht op 6 vierkante meter. Je telt het aantal studenten en vermenigvuldigt dat met 6 en de uitkomst is het aantal vierkante meters waar je als school recht op hebt. In de technniek mag je 6 met 1,5 (dacht ik) vermenigvuldigen omdat een techniekleerling meer ruimte nodig heeft (practica).
Een ROC krijgt van het ministerie een grote zak geld en mag zelf uitzoeken of een lid van het CvB bijvoorbeeld meer of minder dan de Balekenende-norm verdient en of hij of zij wel of geen lease-auto van de zaak krijgt. Een ROC wordt tegenwoordig geleid door managers en dan weten we genoeg. Het gaat niet om onderwijs, maar om geld en vierkante meters. Een ROC functioneert niet als collectief, maar creëert een aantal afdelingen en min of meer financieel-autonome scholen en die moeten dan weer financiele verantwoording afleggen. In een van die scholen (gebouw) werk ik. Dit is een gebouw uit de jaren '30; men keek niet op een of 2 vierkante meters. 15 Jaar geleden zijn we dit gebouw in gedreven en de vierkante-meterploeg meet met de 2011-normen. Ook een eenvoudige van geest kan begrijpen het letterlijk 'meten met 2 maten is'. Een gemiddelde manager kent deze zegswijze niet en dat maakt het voor hem of haar wat makkelijker. Te veel vierkante meters, betekent extra betalen, want in je begroting wordt uitgegaan van de moderne kentallen. Je betaalt dus in feite voor vierkante meters waar je nooit om gevraagd hebt. Niets mee te maken: je bent neo-liberaal of niet, want dit is ook een soort privatiseren en daarna meedogenloos afrekenen. Daar zit je dan, met al je vierkante meters die dus wel betaald moeten worden. Het geld wat je daaraan als school kwijt bent, kan niet aan andere zaken besteed worden zoals bijvoorbeeld ... onderwijs. Voor mij is het langzaam maar zeker duidelijk waarom ik eigenlijk constant in conflict ben met de midden en hogere regionen in mijn onderwijsinstelling: de lagere managers worden vaak door de hogere mangers gedwongen te denken in vierkante meters en andere non-onderwijsflauwekul- als ze niet uitvoeren wat het hoogste echolon in het strategisch krijgsplan heeft bedacht, krijgen ze een nekschot of worden ze geparkeerd als 'manager kasten'-, en ik denk nog steeds -heel ouderwets- vanuit het onderwijs. Daar meot ik dus een keer mee ophouden! Zo zitten we in een constante guirilla, bijna analoog aan Vietnam: grote onderdrukker probeert met napalm en veel vertoon van geweld de vijand te onderdrukken en de vijand (zij die zich met onderwijs bezig houden), verdedigen angstig hun bamboehutten en gedachtegoed.

zondag 16 september 2012

DeLUXE

Van de week werd ik al gewaarschuwd voor de nieuwe editie van DeLUXE van afgelopen  zaterdag (bijlage bij NRC). Ik had me al eerder geërgerd aan deze nutteloze verzameling artikeltjes en reclameboodschappen en huiverde. Omdat ik besloten had dit weekeinde de plaatselijke horeca niet te frequenteren, kon ik eindelijk eens uitzoeken waar deze ergernis vandaan komt. DeLUXE was deze keer samengesteld door Paul Smith, een modeontwerper. Eerst maar even de reclameboodschappen doorlopen. Filippa K (waarschijnlijk mode, 2 pagina's met een jongen met een coltrui), 2 pagina's BMW, Ermenegildo Zegna (waarschijnlijk mode, 1 jongen in pak), Hugo Boss (mode, man en vrouw in moderne kledij), Michael Kors (waarschijnlijk tassenmode, opent binnenkort in de PC Hooftstraat!), 1 pagina Volvo, Chopard (horloge), Rolex (horloge),  Loewe (verrekijk), Four Roses 2x (whiskey), 1 pagina Mercedes, MOET & CHANDON (champagne), Louis Vuitton (vrouwen met tas) en nog wat kleiner werk. Tussen al deze luxe worden allerlei wetenswaardigheden betreffende Paul Smith, inclusief zijn nieuwe kledinglijn gepresenteerd: "er gebeurt hier niets zonder dat ik ervan weet", "humor heeft mij enorm geholpen in mijn carrière", "Najaar 2012 wordt het seizoen van het pak. Klassiek, felgekleurd, met een uitbundige print- het mag allemaal." Ja, met zo'n blaadje krijg je mij wel terug in de horeca.
Waarom? Ik neem aan dat er onderzoek wordt gedaan naar de relevantie van dit alles; alles wordt tegenwoordig onderzocht. Deze bijlage hoort dus bij de NRC-lezer of in ieder geval bij een groot deel van de lezers. Het zal ook nog geld opbrengen, want daar is het Sauer c.s. allemaal om te doen.
Deze zomer heb ik een boekje gelezen van Deyan Sudjic. Daarin werd Rem Koolhaas' definitie van 'luxury' aangehaald. Op basis van deze definitie werd het hoofdstuk 'luxury' verder uitgewerkt. Ik had het boekje nog op de inrichting liggen en moest het heilige internet op om de definitie te vinden. Luxury en Rem Koolhaas levert als een van de eerste hits op dat Koolhaas zelf ook ooit aan deze dagbladuitwas had meegewerkt en wel als eerste. Ik raakte verward. Ik liep eigenlijk al een maand of wat met die definitie en dat hoofdstuk rond en nu bleek dat de bedenker van die definitie dus ook had meegewerkt aan DeLuxe. Collaboratie? Eerst maar even die definitie:
Luxury is stability.
Luxury is "waste".
Luxury is generous.
Luxury is intelligent.
Luxury is rough.
Luxury is attention.
Luxury is not "shopping".
DeLUXE zorgt bij mij niet voor stabiliteit; ik raak er geërgerd door en ik mag niet te veel negatieve prikkels van de dokter ontvangen. DeLUXE gaat inderdaad de vuilnisbak in, het wordt geproduceerd, maar we kunnen het missen. DeLUXE is niet vrijgevig, het genereert alleen maar hebzucht en jaloezie. DeLUXE is niet intelligent, althans ik heb het niet kunnen ontdekken. DeLUXE is ruw; nooit zo'n gladde verzameling van trivialiteiten gezien. DeLUXE is aandacht; volgende keer gaat ie ongelezen weg. DeLUXE is not "shopping"; leg ik niet eens uit.
Wat moet ik met bovenstaande? Ik zou het niet weten, maar het is er in ieder geval weer uit en die bijlage moet weg, want "waste".

vrijdag 14 september 2012

Neo-liberaal

Neo-liberalisme is modern tegenwoordig. Deze stroming wordt gebruikt om de marktwerking in haar volle glorie te rechtvaardigen. De overheid stoot steeds meer taken af. De overheid stoot ook 'de mens' af, met als legitimering dat de crisis -het is altijd wel crisis, zo houdt men mij al ruim 50 jaar voor- dit noodzaakt. Op zich, zoals elk -isme, moet ook deze stroming een kans krijgen als de democratie dat veroorzaakt. Als het volk het wil, dan moet het maar gebeuren. Hedendaags neo-liberalisme houdt ook in dat de overheid  het eigenlijk wel gehad heeft met het volk. Viktor Orban, de Hongaarse alleenheerser van dit moment is ook neo-liberaal evenals mijn huidige baas. Een ander kenmerk van neo-liberalen is dat ze met veel spierballengeweld hun gedachtegoed er doorheen proberen te rammen. Soms gaan ze door dit geweld hun doel voorbij, soms lukt het. Orban heeft het zo ver voor elkaar dat men in Hongarije zo'n beetje alles slikt. Hij wordt gezien als een technocraat en daar doet men voor de rest niet moeilijk over. Het land balanceert op de afgrond, de maatregelen die hij treft, hoe drastisch ook, worden gelaten geaccepteerd. Schouders worden opgehaald. Hongarije heeft geld nodig van het IMF om de zaak op orde te houden en Orban denkt zelf wel de regie naar zich toe te kunnen trekken bij de onderhandelingen. Daarnaast wordt de buitenwereld en alles en iedereen die andere gedachten heeft, als vijand en verdacht gezien. Persvrijheid is ver te zoeken. Men is in zichzelf gekeerd. Om het volk te kleineren, koeioneren, verwarren en steeds verder te laten vervreemden van de overheid, worden allerlei pesterijen verzonnen om duidelijk te maken dat er maar 1 de baas is: de overheid. Sigaretten worden in januari 2 maal zo duur, een sigaret roken binnen een straal roken van 5 meter van de voordeur van een horeca-instelling wordt bestraft met: € 50 boete voor de roker, € 150 euro boete voor degene die achter de bar staat en € 1500 euro voor de eigenaar. Snelheidsovertredingen zijn zelfs voor een westerling niet meer te betalen; met 3 glazen bier achter het stuur € 1200 straf en verlies van het rijbewijs; op de fiets gepakt worden na enige biertjes kost ruim  € 200. Dit alles in een land waar een winkeljuffrouw nog geen € 300 verdient en het BTW-percentage met 27% het hoogste is van Europa. Daarbij zuchten de Hongaren al 2 jaar onder de zogenaamde 'vet-tax'. Voedsel met vet wordt extra belast. Dit terwijl Hongaren graag vet eten. Daarnaast wordt door de neo-liberalen vooral naar binnen gekeken en er hoofdzakelijk in complottheorieën gedacht als het gaat om het buitenland.
Neo-liberalisme is ook modern in Absurdistan aan de Noordzee. Steeds meer wordt duidelijk dat ook scholen min of meer als geprivatiseerde instellingen geleid worden. Technocratisch dus, ik haal inmiddels ook m'n schouders op; niets aan te doen, het zal wel of het zal wel niet. Zo ver is het wel. Toch is het jammer dat men, analoog aan de Hongaarse neo-liberalen is gestopt met de contacten met het buitenland en steeds meer in zichzelf gekeerd raakt. 'Beroemd worden in en om de grote wereldstad E' is momenteel het credo; er mag geen mens meer naar het buitenland, ook niet als daar veel geld te verdienen valt.
Als goedmaker voor deze treurnis een fillumpje zonder bewegende beelden, maar wel met geluid (hard graag).

donderdag 13 september 2012

Elektronicabehoefte

Een paar weken geleden was het weer zo ver: last van een opkomende elektronicabehoefte. Ik heb daar altijd wel last van, maar meestal sluimert het, wordt de behoefte niet ingelost en kan ik rustig verder gaan met mijn droeve bestaan. Als de elektronicabehoefte van de latente fase naar de oppervlakte-fase verschuift weet ik eigenlijk al genoeg: er zal hoe dan ook een elektronica-aanschaf plaats gaan vinden, of ik het nu nodig heb of niet. Als de elektronicabehoefte definitief de latente fase heeft verlaten en dwangmatig wordt, dan begint het volgende proces: wat moet ik nu weer aan gaan schaffen? Audio was goed verzorgd, of toch misschien nieuwe boxen, verrekijk nog in orde, telefoon kon ik ook nog mee over straat, kompjoeter werkte ook nog naar behoeven. Of toch niet? Was het niet zo dat ik af en toe 'het wieletje' wat langer zag draaien? Werd de kompjoeter iets trager? De aanleiding was dus gevonden, want zodra je dit soort zaken  gaat vermoeden en de elektronicabehoefte is aan de oppervlakte, moet de behoefte worden bevredigd. Geen redden aan. Nieuwe kompjoeter dus. Eigenlijk niet noodzakeleijk, maar dat doet er niet toe op zo'n moment: de aanschaf van iets gaat boven het verstand. Dus: op jacht!
Ten tijde van mijn elektronicabehoefte doemde ook de datum van 12 september op: Eppel zou weer wat nieuwe producten op de markt brengen. Het was dus verstandig om 12 september af te wachten en te kijken of de nieuwe lijn kompjoeters werd gelanceerd. En weer ging het dwangmatige boven de ratio: gisteren, 12 september kocht ik een kompjoeter met als risico dat op die zelfde dag de nieuwe uit zou komen. Op weg naar de koop verklaarde ik mezelf voor gek, maar het was allemaal niet tegen te houden. Koop gesloten en met angst en beven 's avonds afgewacht of die nieuwe gepresenteerd zou worden. Gelukkig niet dus, ik ben nog een tijdje up-toe-deet. Misschien maar een half jaar, maar toch. Het dwangmatig aankopen van een eigenlijk onnodig object, werd niet meteen bestraft; ik kan nog even gelukkig zijn.  Na zo'n aankoop heb ik altijd een lichte vorm van schaamte. Gelukkig ben ik niet de enige. In het op-een-na-beste-boek dat ik deze vakantie gelezen heb, wordt bovenstaande dwaling van de menselijke geest, naast talloze andere zaken over design en archetypes, mode, kunst en overdaad, beschreven en gelukkig niet helemaal verklaard.
Lezen dus: Deyan Sudjic, the Language of Things.

dinsdag 11 september 2012

Hochdeutsch

Duits is nooit mijn sterkste taal geweest. Ik had het na een jaar op de middelbare school wel gehad. We zaten nog met de naweeën van de  oorlog, alhoewel we er nooit iets mee van doen hadden gehad; er werd nog gesproken over moffen en bovendien heette die leraar Duits ook nog Kampman!  Die naamvallen en dat opdreunen van die rijtjes stonden mij tegen, bovendien wist ik toen al dat het in 1974 nog een keer fout zou gaan tussen de Duitsers en ons. Dieper zou een mens in die tijd niet kunnen zinken: in 1974 slagen voor de middelbare school met Duits in het pakket. Goed, moffen zijn inmiddels sympathieke moffen geworden en ik vind het momenteel daar beter toeven dan in Absurdistan aan de Noordzee.
In het nog steeds verre en verwarde Hongarije moet je ook af en toe je toevlucht nemen tot de Duitse taal. Tot nu toe heeft dit hilarische, maar ook ontroerende momenten opgeleverd. De eerste keer was op het kantoor van de van de elektra-boer. Ik moest de Hongaarse juffrouw van E-on of iets dergelijks zo ver krijgen dat de betalingen voortaan automatisch afgeschreven zouden worden. Ik kwam met met mijn Nederlandse campingDuits niet ver. De dame moest onder meer de meterstanden hebben; die had ik, maar ze vertrouwde het niet. Ik vroeg in het Duits of ik dan misschien de meter uit het huis moest slopen en zellef mede moest nemen. Verwarring! Ik legde haar het nogmaals uit en ze leek gevoelig voor deze oplossing, maar na enkele seconden begon bij haar ook het absurde van dit voorstel door te dringen. Uiteindelijk kwam het na 12 stempels en 13 handtekeningen toch nog goed. De tweede keer was afgelopen zomer. We zaten weer eens bij het verkeerde concert en bij de uitgang vroeg ik in gebrekkig Hongaars waar het desbetreffende bietorkest dan wel speelde. Een Hongaarse dame schreeuwde tegen mij dat ik haar in Hochdeutsch te woord moest staan. Ik was even verward; Hochdeutsch ... wat was dat ook al weer? Was dat het het officiële Duits of was dat het Duits dat door de zogenaamde Bergmoffen wordt gesproken? Er bestaat namelijk ook Niederdeutsch, wist ik. Ik besloot in Nederlands campingDuits terug te schreeuwen. Dat bleek effectief. Ik kreeg na wat gedoe een antwoord waar ik verder mee kon. De laatste confrontatie was er een van het ontroerende soort. We stonden bij de Tesco in Siklos bij de kassa onze aankopen in te pakken. Ineens zei het meisje in onberispelijk Duits: 5.780 Forint, maar dan dus in woorden en geluid. We waren alle 3 verrast en het meisje was ook weer verrast dat wij zo verrast waren. Bovendien had ze ook wat overwonnen; hoogstwaarschijnlijk cursus Duits gevolgd en eindelijk in de praktijk gebracht. Ze kreeg er zowaar een rode kleur van en ik was zelf eigenlijk ook wel ontroerd. Ik bedankte haar in mijn Nederlandse campingDuits uitbundig en wenste haar nog een mooie dag toe. Ze lachte verlegen, nog steeds met rode wangen.
Als toegift: Doors met Touch me uit het jaar dat ik Duits liet vallen.

maandag 10 september 2012

Tucson

Dit hele stukje is geoudehoer over muziek, dus als je daar niet in geïnteresseerd bent, moet je er niet aan beginnen.
Een van de grote nadelen van aaiTjoens is dat je er wel af en toe -weliswaar tegen betaling- een nieuwe plaat van af kunt plukken, die nog niet op een andere manier te verkrijgen is, maar er niet de vaak noodzakelijk informatie in de vorm van een hoesje met namen van ieder die er mee te maken heeft, bij krijgt. Klopt deze zin nog? De zoveelste lage streek van Eppel. Giant Sand, voor deze gelegenheid uitgebreid met wat blazers en ander personeel en daarom Giant Giant Sand geheten, had net voor de vakantie weer een nieuwe plaat uitgebracht. Tucson, een opera nog wel, maar dan van moderne bietmuziek. Meer dan een uur dikke muzikale pret. Howe en zijn vriendjes en vriendinnetjes zaten zo waar af en toe dicht tegen de psychedelic mariachi aan. Goed bezig dus. Alleen werd door het ontbreken van de zogenaamde kredits het plezier enigszins vergald. Want wie zong dit en dat stukje in dat nummer? Was dat de zanger van Slim Cessna of een onbekende grootheid. Geen hoesje, geen duidelijkheid en dus verwarring bij mij, terwijl ik eigenlijk niet al te veel negatieve prikkels mag ontvangen. Hele vakantie verpest! Vanmiddag eindelijk duidelijkheid gekregen; het is een van de Deense bendleden die ook nog kan zingen (wist ik niet en ben ik ook nooit over geïnformeerd). Opgelost dus. Hieronder 2 maal een versie van Forever and a Day. De eerste versie is maar de helft van het nummer, maar wel de originele. De tweede versie is de live-versie maar dan helemaal en daar zien we die verrekte Deen ook zingen. Howe en z'n vrienden maken wel de fout het nummer te snel te spelen, maar dat zal wel komen omdat ze het nog niet helemaal onder de knie hebben. Fout wordt wel vaker gemaakt. Bovendien zingt hij deze keer ook een paar keer echt vals, terwijl hij er normaal altijd tegenaan zit. Enniewee toch weer genieten.
 
En dan nu voor de doorzetters, live uit Amsterdam:



zondag 9 september 2012

The Wolfgangs

Wegens goed weer, vandaag alleen een mooi fillempje met muziek daarbij.

vrijdag 7 september 2012

Jaartaak

Het feest is weer begonnen. Ik ben nog maar net 2 weken bezig en ben weer alles wat met vakantie, vreugde of andere blijheid te maken heeft, vergeten. Komt niet door de mennekes (studenten), maar door de niet aflatende stroom aan bureacratisch denken en handelen in het tegenwoordige onderwijs. In het onderwijs moet een mens 1659 uur per jaar actief met iets bezig zijn. Aan het begin van het schooljaar moet al bekend zijn wat je dat jaar precies allemaal uit gaat spoken: lesgeven, de organisatie een beetje op poten zetten en houden, probleemleerlingen aandacht geven, vergaderen enzovoort. Ik besteed nooit aandacht aan een jaartaakformulier want ik vind dat die formulieren alleen maar nuttig zijn voor mensen die hun eigen leven niet kunnen organiseren. Bovendien is de een sneller, slimmer, doortastender, handiger, luier, vervelender, pragmatischer, opportunistischer, opstandiger dan de ander. Dus wat de een in een half uur doet, daar heeft de ander weer 5 minuten of misschien wel 2 uur voor nodig. Maar goed, die jaartaakformulieren zijn er nu eenmaal en daar wordt een hoop dure tijd aan vuilgemaakt.
Naast dat het een wangedrocht van de hedendaagse regelzucht is en een instrumente om je te kleineren en te koeioneren, staat er ook nog een hoop echte onzin op. Met deze onzin houden zich ook weer mensen bezig en zij zetten dat weer op hun jaartaak omdat ze dat voor mij op mijn jaartaak hebben gezet.
Gisteren was het dus zo ver; de eerste huilbui van het jaar: er was een collega ziek (stem kwijt, kan gebeuren aan het begin van het schooljaar). Zijn uren van die dag moesten ingevuld worden. We zijn tamelijk bedreven in dit soort dingen en dat gaat vrijwel zonder problemen. Later die dag kwam ik op 'het examenbureau' (alleen de naam al; we hebben een examenbureau, een front-office, een back-office en weet ik allemaal voor office en bureau en beheersinstrumenten). Ik moest even iets regelen voor wat betreft de summatieve bewijsvoering (zucht). Een andere medewerkster vroeg mij, -volledig te goeder trouw, ze deed wat haar van hogerhand was opgedragen, haar treft geen schuld- hoeveel uur ik voor mijn collega had vervangen. Ik antwoordde dat die collega die dag 7 uur had en dat alles was geregeld. Nee, ik moest het in uren uitdrukken, want op mijn jaartaakformulier stonden ook '10 vervangsuren' en dat betekende dat ik dit schooljaar 10 uur had om collega's te vervangen. Ik antwoordde dat ze maar wat moest invullen of niets hoefde invullen en dat jaarttaakformulieren een instrument zijn om je aan de ene kant te koeioneren en aan de andere kant een middel zijn voor mensen die hun eigen baan geen vorm kunnen geven. Verbaasd liet ik haar achter, ik weet niet of er nog iets is ingevuld.

woensdag 5 september 2012

Tragiek der gelatenheid

Net voor de vakantie was er weer eens een keer een zogenaamde hoorsessie op de inrichting. Iemand van het College van Bestuur en een PR-juffrouw dalen dan af naar het volk, vertellen wat en vervolgens mag iedereen reageren of niet reageren. Daarnaast willen ze ook nog graag horen wat er allemaal nog aan frustraties en verbeterpunten zijn. Deze zogenaamde open manier van communiceren moet veroorzaken dat iedereen zich 'gehoord voelt'. Normaliter heb ik wel zin on een potje verbaal te bakkeleien, maar ik was wel zo'n beetje door mijn munitie heen dat jaar. Bovendien, en dat weet iedereen, hebben deze sessies nauwelijks nut en veranderen zelden iets. Er zaten die morgen ongeveer 25 van de 60 personeelsleden en deze keer was onder meer het thema 'de nieuwe naam van de inrichting en de presentatie van het nieuwe logo'.
Even voor degenen die het voorspel niet kennen. 2 Scholen zouden gaan fuseren; mevrouw Van Verstandsverbijsteringsveldt heeft toch nog een keer een aanval van luciditeit gehad en dit fusieplan afgekeurd: schaalvergroting is niet meer aan de orde. Iedereen wist dit al 20 jaar geleden, maar een gemiddeld schaap kan maar 23 andere schapen herkennen en Van Verstandsverbijsteringsveldt heeft maar een goede inval per 2 kabinetsperiodes. Als voorschot op de eventuele fusie hadden de bestuurders al een po-si-tio-ne-rings-ex-pert en wat PR-troepen op rijkskosten gerekruteerd. Fusie ging dus niet door, maar deze troepen moesten natuurlijk wel aan de gang gehouden worden. Dus nieuwe naam en nieuw logo; geen geleuter. Na een slappe Powerpoint-presentatie, kwamen uiteindelijk de naam en het logo in de openbaarheid. Het is een maand of 3 geleden, maar ik heb er nu nog het zuur van. Summa, was de naam! en een slap, karakterloos logo dat ik weiger te tonen. De naam werd met wat prietpraat onderbouwd. Summa ... voor mij klinkt het net als lupus, gele koorts of een vage tropische ziekte. Wat moesten de kids en ouders in de Kempen met deze naam? Enfin, de po-si-tio-ne-rings-ex-pert en de PR-troepen 'gaan Summa in de markt zetten'. En wel voor 1 januari. Met een zeer wankele motivatie werd 2 maanden later de negen ton (900.000) overheidsgeld gelegitimeerd voor deze overbodige wanprestatie. Daarnaast is het nog extra wrang dat tijdens het 'in de markt zetten' er tegelijkertijd 150 werknemers mogen vertrekken.
Iedereen bleef rustig tijdens deze sessie; geen opstand, geen spontane vomeerpartijen, geen huilbuien, niemand hysterisch afgevoerd, niemand blij, niemand boos. Iedereen hoorde gelaten het verhaal aan. Niemand bewoog. Gelatenheid is het slechtste dat je als organisatie kan overkomen.
Een kwartier later stond ik buiten een sigaret te roken. De PR-juffrouw en het lid van het CvB liepen naar buiten. Ik knikte, zij knikten terug. Voor mij was de grote vraag; hoe hebben zij dit nu allemaal ervaren? Als een doorslaand succes of waren ze misschien ook een beetje wakker geworden door deze tragiek der gelatenheid.

maandag 3 september 2012

Oen millek

Enkele malen per jaar daal ik af naar de krochten van de hamburgermafia. Zo ook dit jaar. Ik zag het al van verre deze keer. Een Nederlandse vrouw met een radeloze blik in haar ogen stond haar bestelling te doen bij de Hongaarse hamburgerslavin. De hysterie was al zo ver dat ze stond te schreeuwen. De aanwezige Hongaren keken verbaasd naar deze exponent van de Hollandse assertiviteit: driekwart broek, sandalen, rugzak, bril, snerpende stem, denkende dat heel de wereld om haar en haar hamburgers draait. Haar man stond even verder hun kinderen in bedwang te houden (alle 3 ook met rugzak, sandalen, driekwart broek en ontevreden blik). Deze tragische producten van een goedbedoelde, maar volledig mislukte opvoeding stonden ongeduldig en veel geluid makend te wachten tot onze hysterica haar buit had verzameld. Even verder zat een wat oudere man met afschuw naar het tafereel te kijken. De vader  van de vrouw. 'Oen millek', zei de Nederlandse vrouw tegen de hamburgervrouw. De hamburgervrouw keek niet begrijpend terug. 'Oen millek' schreeuwde het Nederlandse vrouwtje. Ze bedoelde 1 melk bij de koffie, begreep ik inmiddels. Ik ging er eens lekker voor staan. De hamburgervrouw wees op de koffie en zei 'mellek'. Dat betekent warm in het Hongaars. Ja, de koffie was warm, knikte de hamburgerslavin. Het sandalenvrouwtje was duidelijk ten einde raad en schreeuwde nog een keer 'oen millek'. Ze kreeg het uiteindelijk niet voor elkaar. Ik liet haar tobben. Uiteindelijk draaide ze zich om naar haar man en zei op luide en verwijtende toon: 'dat krijg je nou, als je op vakantie gaat naar een land waar de mensen hun vreemde talen niet spreken en allemaal een taalachterstand hebben'. Ik moest lachen, maar zei niets. De vrouw keek me verschrikt aan met de gedachte in haar ogen 'oh, dat ook nog, een Hongaar die Nederlands verstaat'. De wat oudere man op de achtergrond kromp ineen en schaamde zich voor hoogstwaarschijnlijk zijn dochter. Ik liep met een goed gevoel weg en dacht 'oen millek' ... taalachterstand ... vreemde talen ... komt allemaal goed.

zondag 2 september 2012

Telefoonromantiek

Vroeger, toen er nog geen mobiele telefoon bestond, kon je in een café wel eens horen: "als er gebeld wordt, dan ben ik er niet". Of omgekeerd, zoals Harrie Mulisch wel vaker liet doen; zich op laten bellen in het café, zodat de ober door het café kon schallen: "er is telefoon voor de heer Mulisch". Wist iedereen ook weer dat Vullis in de zaak was.
Vrijdagavond moet ik van de dokter altijd een paar biertjes gaan genieten in het plaatselijke drankpaleis. Daar komen vaste gasten waarmee je dan gaat zwetsen en oudehoeren. Zo ook afgelopen vrijdag. Ik kwam H tegen en het gezwets begon. H ging naar verloop van tijd naar het twalet en ik keek rond. Een derde van de bezoekers zat gebogen te vegen over de smartphone. Iedereen kent het wel, en iedereen zegt dat het niet kan en a-sociaal in de echte betekenis is, maar veel mensen gaan mee in deze nieuwe verslaving. H kwam terug en vertelde dat hij die middag via de telefoon van het drankpaleis door een vrouwspersoon was verzocht om mee uit eten te gaan. Hij gebruikt zijn mobiele telefoon nauwelijks en heeft 'm vrijwel nooit bij zich "als ze me echt moeten hebben, dan moeten ze hun best maar doen". Als iedereen zo dacht, inclusief ik, zou het een stuk rustiger worden in de hoofden van mensen. Volgende doel is dan ook om een avond zonder telefoon door te komen, maar wel gebeld worden in de kroeg door wie dan ook over wat dan ook middels een vaste telefoonlijn. En nu naar het voetballen -met telefoon- om tijdens het voetballen een keer of 40 de tussenstanden van andere wedstrijden te tsjekken en te klagen over de slechte wifi-verbinding in het stadion. Er is nog een lange weg te gaan, voor mij ook.