woensdag 28 augustus 2013

Nieuwe wetten, nieuwe waarden

Veel mannen en sommige vrouwen houden van naar een voetbalwedstrijd gaan en een sigaretje roken. In hun trieste bestaan is dit naast drank nog zo'n beetje het enige vertier. De Hongaarse overheid heeft dit inmiddels in de gaten, dus ook deze vormen van vermaak moesten vergald worden. Overal waar ik ben, ga ik naar het voetballen; ik ben een stadionverslaafde. Ik weet niet wat het is, want voor het merendeel zitten er in een stadion waar ter wereld dan ook meer zwakbegaafden dan middelmatig begaafden. Hoogstwaarschijnlijk voel ik me toch thuis tussen zwakbegaafden. Een kaartje kopen voor een Hongaarse eredivisiewedstrijd was een eenvoudige zaak: je liep naar het stadion, kocht bij de ingang een kaartje en ging naar binnen. Dat ging niet meer dit seizoen. Ik moest met m'n paspoort naar de boekhandel! (Een kaartje is van papier en papier koop je in de boekhandel is vrij waarschijnlijk de filosofie erachter). Verkoopdames in een Hongaarse boekhandel zijn geen domme types. Zij kennen de schrijvers en zijn ontwikkeld in hun doen en laten. Zij zijn echter niet in de wieg gelegd om op ingewikkelde wijze voetbalkaartjes aan zwakbegaafden te verkopen en omgekeerd is de gemiddelde Hongaarse voetbalhooligan niet in de weg gelegd om een boekhandel te bezoeken en dan daar ook nog iets te kopen. Ik weet inmiddels dat niets makkelijk gaat in Hongarije, dus onder de rustgevende middelen en met m'n paspoort naar de boekhandel. Voor mij was een man bezig om ook een kaartje te bemachtigen. Hij was al een eind op weg: paspoort was gescand, rond de kompjoeter stonden 3 boekverkoopmeisjes te overleggen wat de volgende stap zou worden. De man wendde zich glimlachend tot mij en zei zacht iets tegen mij. Ik vertelde dat ik hem niet begreep en hij hoorde aan mijn antwoord dat ik geen Hongaarse horige was. Het was een beschaafd gekleed mannetje. Hij begon in het Duits tegen mij over de nieuwe regels. Uiteraard vond hij het ook flauwekul. We kletsten wat verder over voetballen in het algemeen terwijl we de dames gadesloegen. Een boekverkoopdame was inmiddels aan het telefoneren, de ander stond aan de printer te schudden. Gelukkig had ik voldoende kalmerende middelen ingenomen. Na een kwartier gedoe kwam er uitsluitsel. Hier geen kaartjes vandaag en waarschijnlijk morgen ook niet. Waar wel? In Kertvaros, ook bij een boekhandel. Kertvaros is soort Woensel van Pecs en daar kom ik niet graag, maar er zat niets anders op. Ik nam lachend afscheid van de man en wenste hem een fijne wedstrijd als het lukte met de kaartjes. In Kertvaros stond bij de boekhandel een man voor mij die een kaartje dat hij een dag eerder gekocht had weer in te leveren, omdat hij uiteindelijk toch niet naar de wedstrijd ging. Iets kopen in Hongarije is een ramp, maar een aankoop inleveren en het geld weer terugkrijgen is vrijwel onmogelijk. Ook hier weer 2 bleke boekverkoopspitsmuismeisjes die zich met de zaak bemoeiden. Gelukkig werkten de rustgevende middelen nog; hoewel ik toch iets van irritatie voelde opkomen. De man, een archetype van de besluiteloze sul, kreeg uiteindelijk zijn 900 forint terug. Nu gaat het gebeuren, dacht ik. 2 Kaartjes B-kurvet kerem, zei ik en legde mijn paspoort op de balie. Het beschaafde boekverkoopspitsmuismeisje keek me treurig aan en zei: voor 2 kaartjes heb je 2 paspoorten nodig en ze zag er maar 1. Ik wist dat het nodeloos was om verder te gaan. Omkopen lukt niet, huilen ook niet en met geweld zullen ze de laatste dagen wel genoeg problemen gehad hebben. We keken elkaar treurig aan. Ze had duidelijk met me te doen. De volgende dag had ik uiteindelijk succes. Zaterdag gingen we naar de wedstrijd. De harde kern stond buiten het stadion met een lang spandoek onduidelijke teksten te schreeuwen. Het was 40 graden en vrijwel iedereen was aangeschoten of dronken. Gezapigheid vierde hoogtij. Het was geen weer om te rellen, bovendien werd de harde kern buiten het stadion in de gaten gehouden door de ME.  Pecs verloor met 1-2 van Ferencvaros. Ook dat nog.
We liepen het stadion uit en ik las het spandoek van de harde kern. Er stond: wij hebben boekhandelangst en gaan dadelijk een sigarettenhandel beroven. Dat is op zich een vreemde tekst, maar wel verklaarbaar. Ze hadden geen kaartje durven kopen in zo'n enge boekhandel en voor straf gingen ze een sigarettenwinkel beroven. Dat gaat sinds 1 juli erg makkelijk. Ook wat betreft het kopen van sigaretten is de Hongaarse wereld veranderd. Voorheen kon je op elke hoek van de straat sigaretten kopen. Dat is sinds 1 juli afgelopen. De staat heeft momenteel het monopolie en er zijn staatssigarettenwinkels gekomen die stuk voor stuk verpacht zijn aan Fidesz-aanhangers, de heersende semi-totalitaire politieke partij van president Orban Viktor. Ze verdienen er goed mee, zo ging het verhaal. Het was een vreemde toestand, die sigarettenwinkels. Je kon van buiten niet zien wat er zich binnen afspeelde. Als je de geblindeerde ruimte inging, stond er doorgaans een vrouw in een klapper met spretsjiets te bladeren. Ze zagen er allemaal hetzelfde uit: hopeloos doorsnee, bril, laat-communistisch gekleed, vermoeid en teleurgesteld; hersenloze mutanten van de boekverkoopspitsmuismeisjes.. Tragische wanproducten van de Hongaarse beschaving. Je doet je bestelling en de gemankeerde sombervrouw gaat op zoek naar jouw merk. Ze is geen rookster. Daarnaast is het wetenschappelijk bewezen dat een schaap 23 andere schapen kan onderscheiden, maar helaas voor dit schaap zijn er meer dan 23 soorten sigaretten. De zoektocht is dus elke keer een nieuwe mentale duik in het diepe voor het wicht. Vooruit denken is ook geen sterk ontwikkelde gave van deze kleurloze sigarettenmarskramers. De meest gewilde merken zijn vrijwel altijd uitverkocht. Ik ben bijna gestopt met roken. Dus fijn dat de ene nieuwe Fidesz wet (kaartjes kopen voor een voetbalwedstrijd in een boekhandel) uitlokt dat een andere nieuwe Fidesz wet (het sigarettenmanifest) daar het slachtoffer van wordt. Ofwel: voetbalkaartjesloze hooligans die een sigarettenpaleis plunderen.

maandag 12 augustus 2013

Waspoeder

In mijn nutteloze streven het land Hongarije te begrijpen, ging ik toch maar in op de uitnodiging waar ik helemaal niet op in had moeten gaan, omdat het vorig jaar tijdens deze bijeenkomst uit de hand was gelopen en deze keer waarschijnlijk ook. Ik stak echter in een goede bui door een gesprek dat ik in de voormiddag had gehad met een mij onbekende Hongaar die ik de nacht tevoren dronken was tegengekomen. We hadden besloten het gesprek nuchter te voltooien. Hij had problemen met het 'zijn' in zijn land. We hebben niets opgelost, maar hij stelde zichzelf tenminste vragen en wilde luisteren naar wat anderen daar van vonden. Mooie momenten in Hongarije.
Enfin ... het gezelschap van die avond was min of meer compleet en bestond wederom uit de hoofdofficier van justitie (een aardige man die zich alleen maar bezighield met het om het kwartier ontkurken van een fles wijn, zijn vrouw, een notaris met zijn vrouw (een hysterisch nationalistisch typje, waarmee ik vorig jaar in de clinch had gelegen), een onduidelijk echtpaar met een hond plus Hongaarse vrienden die de bijeenkomst hadden georganiseerd. Ik kwam wat later binnen, zodat het in ieder geval qua tijd nog dragelijk zou zijn. Na de verwelkoming werd de aanval snel geopend door de notaris die plompverloren vroeg of ik al bang was voor z'n vrouw, daarmee refererend aan de clash van vorig jaar. Not yet, maybe later, antwoordde ik. Het was duidelijk wat er ging gebeuren, er moest nog een rekening vereffend worden na vorig jaar. Mijn laatste vraag aan haar was toen of Jesus Christus soms ook een Hongaar was. Deze vraag stelde ik na 2 uur nationalistische propaganda voor de Hongaarse taal, cultuur en alles wat met het bestaan te maken had.
Al snel werd gemeld dat de Hongaarse taal meer woorden kende dan de Engelse taal. Ik wist dat dit niet waar was, maar besloot niet op deze provocatie in te gaan. Vrijwel direct hierna begon het spel; of er wel eens iets over Orban Viktor (huidige Hongaarse minister-president) in de Nederlandse kranten te lezen viel. Ik antwoordde bevestigend en vertelde dat er niet altijd positief over hem geoordeeld werd. Anders gesteld: hij werd gezien als een anti-Europese, nationalistische non-realist. De hel brak los en dat was de bedoeling. Ik had het genuanceerd, nog extremer of hoe-dan-ook kunnen brengen: de pleuris was toch uitgebroken. De hysterica begon onmiddellijk te schreeuwen: values, values, values. Uit haar onsamenhangende verklaring meende ik te begrijpen dat de EU met haar poten van de Hongaarse waarden af moest blijven. Ik vroeg haar om verdere uitleg. Vol emotie en met overslaande stem schreeuwde ze me toe dat het belachelijk was dat de EU Hongarije verplicht had gesteld dat homoseksuele stellen een kind mochten opvoeden. Zo, dat was er uit. Ze trilde licht. Ik antwoordde dat ik het allemaal wel goed vond en me er niet druk om kon maken. Daarnaast stelde ik de vraag of er iemand in Hongarije zich er over 100 jaar nog druk over zou maken. Ze wist niet wat te antwoorden, maar de aanval werd direct overgenomen door haar echtgenoot, de notaris. Nu werd waspoeder ineens het onderwerp. Of ik wel wist dat waspoeder van merk X In Hongarije van slechtere kwaliteit was dan in Oostenrijk en daarnaast ook duurder. Ik vertelde dat ik hier niet van op de hoogte was, maar voelde wel aan dat dit argument nummer 1756 was om aan te geven dat de hele wereld tegen Hongarije was gekant. Daarna begon het bankenverhaal, maar dat was argument 751 en kende ik al, dus ik kon me even concentreren op de hoofdofficier die wijselijk zijn mond hield, wat zat te grinniken en weer bezig was een fles te ontkurken. Inmiddels had ik net een tussengerecht op. De hysterica die weer tot rust was gekomen vroeg of het gesmaakt had. Ik antwoordde bevestigend en ze begon meteen met haar ogen te rollen en te hyperventileren: Hongaarse ganzenlever was zeker ook niet te krijgen in Nederlandse supermarkten? Ik wist het niet, maar zij wel. Ook de schuld van de EU en dus impliciet van mij. Door de drank kwamen de onderwerpen Trianon, onderwijs, binnenlandse politiek, de absurde hoogte van de verkeersboetes, het staatsmonopolie op de verkoop van sigaretten en de wereldcrisis steeds onsamenhangender aan de orde. De hysterica zat zo'n beetje tegen het plafond: alles was allemaal de schuld van de sterren: de rode ster van het communisme; de witte sterren in de Amerikaanse vlag en de gele sterren in de EU-vlag. Ik kon haar niet eens ongelijk geven, maar de stelligheid en agressie waarmee het verteld werd, noopten mij tot het maken van tegenwerpingen, waardoor het schaap steeds opgefokter werd. Het begon uit de hand te lopen. Ik was de enige die bier en palinka dronk, de rest dronk wijn en daar schijnt naast alcohol ook filosofie in te zitten. Bij bier en palinka zit er geen filosofie in, aldus een van de tafelgenoten. Ik besloot te vertrekken en vroeg nog een laatste woord waarin ik vertelde dat ik weliswaar ook uit de EU kwam maar daarom niet verantwoordelijk was voor de totale wet- en regelgeving en het complot tegen Hongarije. Daarnaast vertelde ik ook nog dat als Hongarije de rechten voor homoseksuelen niet respecteerde dat het dan tamelijk normaal is dat ze duur en slecht waspoeder krijgen. Zo werkt dat in de EU. Ze waren even met stomheid geslagen. Hongaren hebben geen gevoel voor humor en kunnen moeilijk relativeren. Ik nam afscheid en wist al wel wat het thema van volgend jaar zou worden.

maandag 3 juni 2013

Vertraagd gelukkig

 
Een paar dagen geleden las ik dat het gevoel van gelukkig zijn, nooit gevoeld wordt op het moment dat je gelukkig bent. Ik moest daarover nadenken. En inderdaad, ik kon me er wel iets bij voorstellen. Er doemde een voorbeeld in mijn brein op: je zit in het stadion naar het voetballen te kijken, je favoriete club maakt op het laatste moment de gelijkmaker en ineens is er een collectief orgasme van 15 seconden, waarin mensen de vreemdste dingen doen: vreemden omhelzen, de vuisten ballen, schreeuwen, tranen in de ogen, gelijktijdig staan en daarna het post-orgasmegevoel. Daarna loop je in een soort positieve shock het stadion uit en lult er nog uren over na. Het collectief orgasme gevoel treedt zelden op en op het moment denk je ook niet: he, ik ben onderdeel van een collectief orgasme en dus tijdelijk gelukkig. Dit noemt men soms ook wel euforisch. Je bent even weg van de wereld.
Een mens kan niet alleen collectief gelukkig of euforisch zijn, maar ook individueel. Je kunt uit de bioscoop of een concert komen en naderhand in een roes van gelukzaligheid komen. Op het moment zelf kan dat allemaal niet en dat moet je ook niet willen, want anders zit je niet goed in het concert of de film.
Een paar weken geleden was ik in Mississippi. Memphis en Nashville muzikaal uitgediept en daarna op zoek naar de roots van de blues. Ik weet veel van muziek, maar niet alles en zo ook niet van de wortels van de blues. Ja, de blues had direct en indirect veel veroorzaakt in mijn muzikale brein. Enfin op zoek naar Charley Patton, een van de founders van de Mississippi-delta-blues. De Amerikaanse bluesmaniak Randy vergezelde ons op een regenachtige dag door een armoedig equivalent van de Kempen, maar dan nog troostelozer en uitgestrekter. De puszta van Hongarije was er niets bij. Akkers, leegte, grijze luchten, regen, armoede. 
Plantagegebouwen waren nog zichtbaar en ik begon me een voorstelling  van de slavernijtoestanden te maken. Mississippi was arm en wordt door buurstaat Tennessee gezien als bron van al het financiële leed in de wereld, althans door enige kenners die we daar in een redneck-kroeg spraken. De armoede spatte ook wel uit de stadjes. Gelukkig regende het die dag. De katoen was al decennia verdwenen, er werd nog graan en mais verbouwd. Afgelegen huizen. Droefenis alom. Naarmate onze zoektocht vorderde, begon ik ook steeds minder te begrijpen waarom de zwartvrouwen in ons hotel zo gebukt gingen onder een goed humeur. Ik had mijn nieuwe boots aan en twijfelde: proberen schoon te houden of meteen maar het verouderingsproces in. Verouderen dan maar, dat is makkelijker.
Randy ratelde achter in de auto maar door over de historie van de blues in de Mississippi-delta terwijl we door het desolate landschap reden. Hij sprak een soort Kempisch dialect van het Amerikaans en ik begreep en verstond er maar een derde van. Wel makkelijk, want dat gaf me de tijd om de omgeving in me op te nemen en hetgeen ik opving van ratelende Randy in verband met elkaar te brengen.
Uiteindelijk kwamen we bij een triest grasveld aan dat een begraafplaats bleek te zijn. Hier lag onze held: een grafsteen met daarvoor enige halfvolle drankflessen. We stapten uit om foto's te nemen. Het regende nog steeds en ik stond met m'n nieuwe boots in de mud. Ik dacht kort: toch wel bizar, hier ligt dan een mens, van God en alles verlaten, die de moderne muziek voor een gedeelte in gang heeft gezet. We stapten de auto weer in.
's Avonds kwamen we op advies van ratelende Randy in Clarksdale terecht. Red bleek de eigenaar van een in eerste instantie bijzonder obscure kroeg te zijn. Hij was half blind, of erg stoned, gematigd dronken of alle drie. Ondanks dat het donker was in de kroeg, had hij zijn zonnebril op, het was er een ontzettende bende. Hij vertelde over Cadillac Joe & the Corn Lickers die hier hun laatste CD onlangs hadden opgenomen. Een bluesopa van in de tachtig, die weliswaar geen Cadillac meer reed maar een Toyota, maar nog wel met de meisjes de heilige daad pleegde, zoals Red ons verzekerde. Red zette het zeedeetje op en het klonk zoals een bluesopa uit de delta moest klinken. Inmiddels waren ook 2 witmensen uit New York en nog een dronken zwartmens gearriveerd. Ik wist nog steeds niet of we levend de kroeg uit zouden komen, want Red leek toch op de een of andere manier een ongeleid projectiel en ik kon niet zien wat er allemaal onder de toonbank lag. Inmiddels was er een jerrycan met moonshine op de bar verschenen. We moesten drinken. De New Yorkers verdwenen en even leek het echt leuk te worden toen we met Red en het andere dronken zwartmens alleen in de kroeg waren. Het plezier werd snel bedorven door 3 Franse latente homo's en een 5-tal oudere foute Zwitsers die via hoogstwaarschijnlijk Lonely Planet Red's Place hadden gevonden. Terug naar onze standplaats van dat moment Indianola dus.
Een week later waren we zo'n beetje letterlijk Stuck inside of Mobile with the Memphis blues again. Ofwel, we waren een week verder aangekomen in Mobile, Louisiana. W zong op zachte toon het Dylan-liedje. Ik dacht een moment na over de muziek en was even vertraagd gelukkig over de regendag in Mississippi bij het graf van Charley Patton. Ik begreep weer iets meer van de muziek. Vertraagd gelukkig dus.

vrijdag 29 maart 2013

Consolidated

Wegens -en dus niet vanwege, dat gebruikt men in andere situaties- de oorlogswond aan mijn schouder staat het geblog op een laag peil. Daarnaast heeft mijn werkgever besloten om de slavernij weer in ere te herstellen. Druk dus, vaak niet op de thuisbasis en mentaal en fysiek te instabiel om in een file of waar dan ook wat gezwets op mijn blog te slingeren. M was al lang naar mijn werkgever gestapt en had gevraagd wat bedoeling allemaal was van al dat gewerk.
Goede vrijdag is vrije vrijdag, dus rust. Op StuBru hebben ze van Goede Vrijdag, Dirty Friday gemaakt. Iedereen mag vieze liedjes inzenden en die worden dan gedraaid. Ik ben al jaren op zoek naar een vies liedje dat ik op een cassettebandje had staan, maar aangezien ik zo'n 1000 van die dingen onlangs heb weggegooid en daarvoor ook geen zin had om het liedje te zoeken omdat ik niet zeker wist hoe het heet, was het zo'n deuntje dat vaak in het hoofd opkomt  waarvan de afzender niet bekend was. Irritant dus. Maar goed, het is vandaag dus Dirty Friday, de radio aan en al die vieze liedjes aanhoren. En jawel, rond 3 uur kwam het dan. Het heette ook nog You Suck. Eigenlijk de enige goede titel voor een vies liedje. Naar Joetjoep en hieronder staat het dan, weliswaar zonder echte bewegende beelden, maar wel met informatieve lichtbeelden. Het blijken witvrouwen te zijn en niet zoals ik verwacht had zwartvrouwen. 20 Jaar op het verkeerde been gezet door een liedje. Kan er nog wel bij. Nog 1 zo'n liedje te gaan, dat wel in mijn hoofd zit, maar geen afzender kent. Wordt ook nog wel opgelost. Een veilig Pasen voor u allen.



donderdag 14 maart 2013

Koffietijd

Het onderstaande bericht trof ik aan op een moment dat ik geïnteresseerd was in mijn werkomgeving. Daar heeft men een echte web-site voor. Ik weet niet waarom, maar ik moest huilen van dit bericht, terwijl ik geen tranen meer heb. Ze zijn definitief op. Het gaat niet meer. Nu niet en nooit meer. Mentaal uitgedroogd. Zenuwziek en niet meer kunnen huilen, kom daar maar eens om. Drooghuilen wordt het dan en daar krijg je ontstoken ogen van. Korsten en uitslag. Niet fijn! Ik heb de namen en lokaties maar even veranderd, maar de mensen om wie het gaat, verdienen ongeveer even veel als de namen die er nu staan. Een soort sleutelroman. In een tijd waarin er zwaar bezuinigd moet worden en er her en der duizenden mensen worden ontslagen, houden -bij wijze van spreken dus-  onze minister-president en zijn entourage zich dus bezig met Nieuwe Koffiemachines. Voor de rest geeft dit artikel een goed beeld van 'hoe dingen tegenwoordig gaan'. Opvallende woorden Anno Domini 2013, die eigenlijk alweer helemaal 'zooooh 2010' zijn: gezamenlijke aanbesteding, lagere kosten, standaardisatie, projectgroep, vertegenwoordigers van de aanbestedingspartijen ... nee... ik kan niet meer ... nu gaat het even niet verder ... kijk zelf maar ... ik heb de ergste uitwassen gecursiveerd.

Nieuwe koffiemachines

12 maart 2013 - Onlangs ondertekende Mark Rutte (Minister-President van het Koninkrijk der Nederlanden) het contract voor plaatsing van nieuwe koffiemachines. Hij deed dit samen met de heer Carlos Martinez, algemeen directeur van een bekende koffiefirma. Het contract is het resultaat van een gezamenlijke aanbesteding met het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Koninkrijkszaken en Economische Zaken. Doel hiervan was het bereiken van lagere kosten voor de drie deelnemers en standaardisatie van de koffievoorziening voor de 3 ministeries.

In het najaar van 2012 werd een projectgroep samengesteld met vertegenwoordigers van de inkoopafdelingen van de aanbestedingspartijen, de dienst Facilitair Beheer en een externe expert. Deze groep stelde een pakket van wensen en eisen samen waarbij is gelet op kwaliteit en duurzaamheid. Ook is gelet op de beschikbaarheid van de koffiemachines en de flexibiliteit in de keuze van het zetproces.
Duurzaam
De nieuwe koffiemachines worden voorzien van 100% arabica instant- of freshbrewkoffie. Zowel de koffie als de thee zijn 100% duurzaam. Ook het energie- en waterverbruik van de machines en de keuze voor kartonnen bekers dragen bij aan een beter milieu.
Proefopstelling en uitrol
In januari 2013 is een proefopstelling georganiseerd. Hierbij konden vertegenwoordigers van de ministeries een keuze maken uit twee types machines, namelijk instant en freshbrew. Inmiddels is de inventarisatie afgerond en zijn de nieuwe koffiemachines besteld. In de meivakantie (vanaf 1 mei) zullen alle koffiemachines vervangen worden. Marja van Verstandsverbijsteringsveldt, contractmanager bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, zal samen met Martinez de uitrol verder begeleiden en zorgdragen voor de uitvoering van de gemaakte afspraken.

Dit is de wereld waarin wij terecht zijn gekomen. Goed dat er een nieuwe Paus is! Voor straf een triest maar mooi liedje.

woensdag 13 maart 2013

Zenuwziek (2)

Ja, als je je dan officieel zenuwziek hebt verklaard op het heilige internet, dan komen de verscheidene instanties meteen onder hun stoeptegels vandaan gekropen om het mes nog verder in je mentale toestand te wurmen en vervolgens meedogenloos eindeloos rond te draaien. Eerst die bekeuring in het verre en verwarde Hongarije, waar zich nu definitief de dictatuur lijkt te hebben gevestigd (daarover later meer). Ik heb er al eerder over geschreven en had ook gereclameerd bij de pan-Europese parkeergestapo in Zweden! want daar heeft dit schorriemorrie zich verzameld. Ik had gevraagd om bewijjsstukken. Het antwoord was simpel: er waren geen bewijsstukken, maar ik moet wel gaan betalen. We zien verder.
De gifbeker was nog niet leeg. Gisteren kreeg ik ook bericht van de pan-globale uitbuitersorganisatie UPC dat ik een mediabox besteld had. De laatste jaren niet meer met UPC gecommuniceerd, dat is beter voor mijzelf en voor de desbetreffend kolsenterslaaf- of slavin. Nu moest ik wel weer. Ja, het klopte inderdaad, ik had geen mediabox besteld, maar hij kwam er wel aan en dan moest ik hem aan de deur weigeren en dan zou het ding ook niet gefactureerd worden. Ik vertelde de dame dat ik overdag opgenomen wordt in een plaatselijke halfopen inrichting en dat de mediabox dan misschien aan de buren zou worden overhandigd en dat de buur het object dan aan mij zou overhandigen en dat ik dan alsnog de Sjaak zou zijn. Geen probleem, zei de dame, dan moest ik hem naar het postkantoor brengen en retour afzender. Ik vond dat maar niks: in actie komen om een fout van de pan-globale uitbuitersorganisatie op te knappen en bovendien wist ik ook zeker dat ik voor dat ding zou moeten betalen en dat ik naar dat geld kon fluiten omdat er van de administratie daar niets klopt. Ik wilde een meel hebben waarop zou staan dat de bestelling zou worden ontkend. Dat kon niet. Een bestelling die niet gedaan is, wel op papier bevestigen kon dus wel, maar omgekeerd niet. Ik heb wederom gedreigd het pand in Helmond in brand te komen steken, maar dat mocht niet van die mevrouw. Het herstelproces voor wat betreft mijn zenuwziekte loopt wederom vertraging op. U bent gewaarschuwd. Nummer 19 dus van deze maand.

zondag 10 maart 2013

Zenuwziek

Zenuwziek: ziekelijke toestand waarbij de lijder zijn zenuwen, zijn reacties niet meer onder controle heeft.

Het voordeel van een horecaloos weekeinde is dat je een keer in je mentale spiegel kunt kijken. Reflectie heet dat tegenwoordig. Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat ik zenuwziek ben. Dat heeft ook weer een voordeel, want vanaf nu kan ik eigenlijk doen en laten wat ik wil, want ik kan me verschuilen achter mijn zenuwziekte. Een belangrijke vraag bij dit alles is: waar komt deze zenuwziekte vandaan? Als de patiënt dat weet dan kan hij zijn zenuwziekte 'een plaats geven' en dan is het in de huidige constellatie van de psychiatrie wel zo'n beetje opgelost.
Gelukkig is het probleem reeds boven water: ik word zenuwziek van de onderwijsinspectie. Ik heb het er wel vaker over, maar omdat ik mijn zenuwziekte 'een plaats heb gegeven', kan ik het beter uitleggen.
Belangrijk in het hedendaagse Middelbaar Beroepsonderwijs is de Proeve Van Bekwaamheid (PVB).
In de middeleeuwen had je de zogenaamde meesterproef: een gezel (leerling) werkte bij een bakker. Als de gezel zelf de status van bakker wilde hebben, dan moest hij onder toeziend oog van een bakkerscollectief een taart bakken en als dat lukte, dan werd hij opgenomen in het bakkersgilde en koneen eigen onderneming beginnen.Hij mocht natuurlijk van niemand hulp hebben tijdens zijn meesterproef.
Tegenwoordig gaat het ongeveer hetzelfde: een leerling krijgt bijvoorbeeld de volgende opdracht: bak een taart en verbeeld met deze taart een zenuwzieke medewerker van een willekeurige inrichting in  Absurdistan aan de Noordzee. Je hebt hier 4 uur voor en je mag niet uit de keuken ontsnappen. Daarnaast mag je aan niemand instructie vragen. De leerling moet dan eerst zijn ontwerpgegevens bij elkaar sprokkelen. Wat is zenuwziek? Waar ligt Absurdistan? Wat is een inrichting? Enzovoort. Dan komt ook nog de vraag: hoe ga ik het zenuwzieke element uitbeelden? Zal ik de smaak zenuwziek maken? Zal ik er iets in doen, zodat de eter voor korte of langere tijd zenuwziek wordt? Maak ik de vorm zo dat eenieder door het kijken naar mijn taart spontaan zenuwziek wordt? Of misschien een combinatie? Intussen staan het liefst zo veel mogelijk assessoren rond de leerling in kwestie. Het liefst uit het bedrijfsleven en het onderwijs. Zij mogen niets zeggen, alleen maar observeren. De assessoren zijn allemaal gecertificeerd (een 2-daagse non-cursus) en hebben stapels formulieren waarop van alles wordt afgevinkt. Als alle hokjes van een vinkje voorzien zijn en er een veertigtal handtekeningen zijn gezet, dan is de leerling geslaagd en vaak zelf ook zenuwziek.
Ook in de techniek moeten onze technokids aan bovenstaande geloven. Voor een bakker is het allemaal nog wel te doen, maar in de techniek wordt een en ander vrijwel onmogelijk. Een student krijgt bijvoorbeeld de opdracht om een sproei-installatie voor een legbatterij te ontwerpen, testen en modificeren. Dat is best complex en om de noodzakelijke ontwerpgegevens te verkrijgen moet hij met zijn omgeving -monteurs, tekenkamer, productie, calculatie, R&D, werkvoorbereiders, mede-ontwerpers, opdrachtgevers en nog veel meer- in gesprek. Hij kan dan niet in een kamertje gaan zitten met 4 assessoren om hem heen, want zo'n proces duurt vaak wel een half jaar of langer en bovendien moet hij met al die anderen overleggen en breenstormen. Tot nu toe -zonder heel die kermis- werkt dit allemaal fantastisch. Menneke blij, bedrijf blij, wij blij. Inspectie niet blij! Nee, inspectie wordt zelfs boos en zegt: dat diploma van jou is waardeloos, want er hebben niet constant assessoren in je nek liggen hijgen en jij mag niet overleggen tijdens het ontwerpen, laat staan dat je tijdens dit proces ook nog eens iets leert.
En hiervan, van deze op wantrouwen en angst gebaseerde manier van examineren, word ik dus zenuwziek. Ik begrijp nu ook veel beter waarom ik ze altijd intuïtief heb vergeleken met onder meer de Stasi (wantrouwen) en de Gestapo (angst aanjagen).
Omdat ik het probleem 'in beeld' heb gebracht en dus beter met mijn pathologische toestand kan omgaan toch een energiek liedje dat blij klinkt, maar het in feite niet is.