Het voordeel van een horecaloos weekeinde is dat je een keer in je mentale spiegel kunt kijken. Reflectie heet dat tegenwoordig. Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat ik zenuwziek ben. Dat heeft ook weer een voordeel, want vanaf nu kan ik eigenlijk doen en laten wat ik wil, want ik kan me verschuilen achter mijn zenuwziekte. Een belangrijke vraag bij dit alles is: waar komt deze zenuwziekte vandaan? Als de patiënt dat weet dan kan hij zijn zenuwziekte 'een plaats geven' en dan is het in de huidige constellatie van de psychiatrie wel zo'n beetje opgelost.
Gelukkig is het probleem reeds boven water: ik word zenuwziek van de onderwijsinspectie. Ik heb het er wel vaker over, maar omdat ik mijn zenuwziekte 'een plaats heb gegeven', kan ik het beter uitleggen.
Belangrijk in het hedendaagse Middelbaar Beroepsonderwijs is de Proeve Van Bekwaamheid (PVB).
In de middeleeuwen had je de zogenaamde meesterproef: een gezel (leerling) werkte bij een bakker. Als de gezel zelf de status van bakker wilde hebben, dan moest hij onder toeziend oog van een bakkerscollectief een taart bakken en als dat lukte, dan werd hij opgenomen in het bakkersgilde en koneen eigen onderneming beginnen.Hij mocht natuurlijk van niemand hulp hebben tijdens zijn meesterproef.
Tegenwoordig gaat het ongeveer hetzelfde: een leerling krijgt bijvoorbeeld de volgende opdracht: bak een taart en verbeeld met deze taart een zenuwzieke medewerker van een willekeurige inrichting in Absurdistan aan de Noordzee. Je hebt hier 4 uur voor en je mag niet uit de keuken ontsnappen. Daarnaast mag je aan niemand instructie vragen. De leerling moet dan eerst zijn ontwerpgegevens bij elkaar sprokkelen. Wat is zenuwziek? Waar ligt Absurdistan? Wat is een inrichting? Enzovoort. Dan komt ook nog de vraag: hoe ga ik het zenuwzieke element uitbeelden? Zal ik de smaak zenuwziek maken? Zal ik er iets in doen, zodat de eter voor korte of langere tijd zenuwziek wordt? Maak ik de vorm zo dat eenieder door het kijken naar mijn taart spontaan zenuwziek wordt? Of misschien een combinatie? Intussen staan het liefst zo veel mogelijk assessoren rond de leerling in kwestie. Het liefst uit het bedrijfsleven en het onderwijs. Zij mogen niets zeggen, alleen maar observeren. De assessoren zijn allemaal gecertificeerd (een 2-daagse non-cursus) en hebben stapels formulieren waarop van alles wordt afgevinkt. Als alle hokjes van een vinkje voorzien zijn en er een veertigtal handtekeningen zijn gezet, dan is de leerling geslaagd en vaak zelf ook zenuwziek.
Ook in de techniek moeten onze technokids aan bovenstaande geloven. Voor een bakker is het allemaal nog wel te doen, maar in de techniek wordt een en ander vrijwel onmogelijk. Een student krijgt bijvoorbeeld de opdracht om een sproei-installatie voor een legbatterij te ontwerpen, testen en modificeren. Dat is best complex en om de noodzakelijke ontwerpgegevens te verkrijgen moet hij met zijn omgeving -monteurs, tekenkamer, productie, calculatie, R&D, werkvoorbereiders, mede-ontwerpers, opdrachtgevers en nog veel meer- in gesprek. Hij kan dan niet in een kamertje gaan zitten met 4 assessoren om hem heen, want zo'n proces duurt vaak wel een half jaar of langer en bovendien moet hij met al die anderen overleggen en breenstormen. Tot nu toe -zonder heel die kermis- werkt dit allemaal fantastisch. Menneke blij, bedrijf blij, wij blij. Inspectie niet blij! Nee, inspectie wordt zelfs boos en zegt: dat diploma van jou is waardeloos, want er hebben niet constant assessoren in je nek liggen hijgen en jij mag niet overleggen tijdens het ontwerpen, laat staan dat je tijdens dit proces ook nog eens iets leert.
En hiervan, van deze op wantrouwen en angst gebaseerde manier van examineren, word ik dus zenuwziek. Ik begrijp nu ook veel beter waarom ik ze altijd intuïtief heb vergeleken met onder meer de Stasi (wantrouwen) en de Gestapo (angst aanjagen).
Omdat ik het probleem 'in beeld' heb gebracht en dus beter met mijn pathologische toestand kan omgaan toch een energiek liedje dat blij klinkt, maar het in feite niet is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten