vrijdag 31 augustus 2012

Slordig

Ik ben op veel vlakken slordig. Ik denk slordig, ik lig volgens mijn dochter slordig op de bank -"Wim, wat lig je weer slordig op de bank; voor straf ga ik stofzuigen"-. Ik zie er slordig uit volgens sommigen. Het huishouden regel ik slordig en ik ga slordig met geld om. Ik schrijf en lees slordig. Althans dat vinden anderen. Ik weet vaak niet welke datum het is, toch kom ik al mijn afspraken na. Ik voel me verder goed bij al die slordigheid en zie het niet als onverschilligheid. Bovendien moeten we er maar eens vanaf dat slordigheid een slechte kwaliteit zou zijn. Je wordt vaak voor slordig uitgemaakt door mensen die zelf niet slordig zijn, maar wie maakt er nu eigenlijk uit wat goed is en wat niet. Heeft mijn slordigheid mij ooit in de problemen gebracht. Tot nu toe nauwelijks. Goed ... ik heb regelmatig in de verkeerde bioscoop gezeten er na een uur achter komende dat de film toch wel totaal iets anders was dan ik me had voorgesteld, maar dat is nooit een echt probleem geweest. We konden er naderhand wel om lachen. En ook mijn anti-spretsjietgevoelens komen natuurlijk voort uit mijn eigen onvermogen om zaken punctueel te regelen. Slordigheid heeft ook zijn voordelen. Slordig denken zorgt voor minder complicaties: je kokosnoot moet leeg zijn, wil je goed kunnen denken, er moeten niet te veel details in ronddwarrelen, want dan kun je geen goede beslissingen nemen. Structopatisch denken beperkt je mogelijkheden.
Afgelopen zomer hadden we weer een keer profijt van mijn slordigheid. In de buurt van mijn standplaats werd een festival georganiseerd. Het festival was verspreid over 3 dorpen; er waren ook 3 podia. Je kon met een busje van het ene naar het andere dorp. Alles was prima geregeld. De organisatie had ook gedacht aan de minder-kapitaalkrachtigen en zigeuners. Buiten de officiële podia waar voor betaald moest worden, waren er ook podia waar gratis optredens te genieten waren. Je kon daar eten, drinken, echte zigeunermuziek luisteren en zien.
Een van de bentjes die we wilden zien waren de Psycho Mutants (zie Tango voor 3). Hongaarse plaatsnamen zijn al net zo moeilijk als de rest van de moeder van alle talen (zie Positief over niets). Het festivalboekje slordig doorgekeken en tot de conclusie gekomen dat we die avond naar Nagyharsany moesten. Dat plaatsje kende ik ook. Eerst wat gratis zigeunerklanken genoten, daarna naar het betaalgebied. Het was niet druk en er stond een bentje met een vrouwelijke zanger te saunttsjekken. Dat was verdacht, want bij de Psycho Mutants zit geen vrouw. We besloten af te wachten en te drinken. Na een uur was het zo ver en begon de muzikale vervuiling. Niet om aan te horen. Geen spoor van de Psycho Mutants. We besloten te vertrekken. Bij de uitgang bleek bij navraag dat we in het verkeerde dorp zaten. We moesten niet in Nagyharsany maar in Kisharsany (wel 7 letters goed!) zijn. Toch nog naar toe gereden, maar optreden was helaas al voorbij. Een ander groepje talentlozen en middelmatigen was ons deel.
Een paar dagen later gingen we naar Sziget om daar de Stone Roses te zien en horen. We waren er op de goede dag, op de goede locatie. Ik liet het doornemen van het programma voor de dag deze keer wijselijk over aan iemand anders. Plotseling begon hij hard te lachen. Wat was er aan de hand? De Psycho Mutants zouden spelen en wel een uur voor de Stone Roses. En zo geschiede. Prima voorprogramma en we konden helemaal in de juiste staat aan het hoofdmaal van die avond beginnen. En daarom is het dus beter dat sommige mensen slordig blijven.

woensdag 29 augustus 2012

Positief over niets

Francis Bacon (erkend schilder en dronkenlap) zei van de week op de verrekijk dat hij 'positief over niets' was. Daar loop ik al een paar dagen meer rond. Wat betekent dat? Hij legde het wel uit, maar ondanks dat hij niet heel erg dronken was, kon ik uit zijn relaas alleen maar opmaken dat hij over niets specifieks positief was, daarnaast ook geen zweefpositivo was en dat hij eventueel 'positief in het leven stond' kon ik me maar moeilijk voorstellen in zijn geval. Hoe dan ook, hij veroorzaakte hersenactiviteit bij mij.
'Positief over niets' is wat anders dan 'over niets positief'. Na mijn verblijf in het verre en verwarde Hongarije afgelopen zomer, moet ik toch terugkomen op eerdere uitspraken uit mijn moedig voorwaartsperiode. Ik heb toen meermalen de Hongaren uitgemaakt voor somberende tobbers, die eigenlijk over niets positief konden zijn. In de eerste week werd ik meteen bevestigd in mijn oude stellingname. Daarna veranderde de wereld. Een boekenverkoopster, bekend om haar geklaag, zag op de achterflap van een van mijn boeken de naam Gyorgy Konrad staan. Het was een Nederlands boek, maar alleen de naam werd haar al weer te veel. Konrad was een smerige bourgeois die zijn land op laffe wijze tijdens de communistische overheersing in de steek had gelaten. Werd ook nauwelijks verkocht bij haar in de boekhandel. Eszterhazy, toch ook een grote jongen in de rest van Europa, mogelijk nog erger bourgois. Kertesz was een idioot. Het oude liedje dus.
Later die week werd ik uitgenodigd om een lam te gaan eten. Aanwezig waren de Hoofdofficier van Justitie, een leraar en lerares, een advocaat en enkele zakenlieden en hun vrouwen. Ook de boekenverkoopster (de vrouw van degene die het eetfestijn organiseerde) was aanwezig, maar speelde die avond een marginale rol. Er werden dure wijnen geschonken en zoals wel vaker was de hoogste in rang en in Hongarije is dat de Hoofdofficier van Justitie in dit geval, de wijnen eerst door hem geproefd en daarna verder uitgeschonken (over bourgeois gesproken). We zaten in de tuin aan een lange tafel, het weer was mooi, de sfeer goed. Ik was er met een vriend en het leek zowaar gezellig te worden. Maar de klok van 10 uur 's avonds naderde en op dat moment zijn de meeste Hongaren dermate aangeschoten dat hun Trianon-frustratie op begint te spelen -het verdrag van Trianon werd op 4 juni 1920 gesloten tussen de overwinnaars van de 1e wereldoorlog en de rompstaat Hongarije; Hongarije werd uiteindelijk gereduceerd tot 27% van zijn oorspronkelijke grondgebied-. Meestal wordt de atlas er bij gehaald om het voor de zoveelste keer uit te leggen. J en ik veronderstelden dat deze marteling ook deze keer zou plaatsvinden. En inderdaad, rond een uur of 10, kwam een overigens niet onsympathieke vrouw, met opgeheven vingertje onze richting in. Geen ontkomen aan ...ook deze keer ... dacht ik nog. De les ging deze keer echter over iets totaal anders: of we al wisten dat 'de Hongaar' de eerste mens op aarde was en dat 'het Hongaars' de moeder van alle talen was en een voorloper van het Indo-Germaans. De vrouw ratelde maar voort en in dit geval was J het slachtoffer. Ik zat naast hem en hoefde me gelukkig niet helemaal op haar warrige theorie te concentreren. Op een gegeven moment werd het me toch te veel en wilde ik met haar in discussie gaan. Dat mislukte, ze raakte zelfs duidelijk mentaal opgewonden van haar gezwatel, er was geen discussie mogelijk en deze vrouw was er een van het type dat je beter meteen gelijk kunt geven, dus ik staakte mijn opvoedkundige pogingen. Wel vroeg ik haar aan het einde van de avond, min of meer om haar verhaal te relativeren, of Jesus Christus ook een Hongaar was. Ze was even stil, maar antwoordde vervolgens serieus dat dit een interessante theorie was, die verder onderzocht moest worden.

Hieronder de zoon van de boekenverkoopster aan de gang; een erkende hip-hopper in Hongarije. Met dank voor het lam en de wijnen.

dinsdag 28 augustus 2012

Tango voor 3


Where's your wife, vroeg de latent homosexuele ober van het restaurant op de heuvel. She died last February, antwoordde ik. Hij wist even niet wat hij er mee aan moest. Hij kende M al een jaar of 10 als vaste gast. It's a pity, zei hij na enkele seconden. Hij was geraakt en vervolgde: what now? Start a new life, antwoordde ik. Trinken? Pohar sor, een biertje. Ondanks de 0-promilleregel in Hongarije ging ik overdag toch drankmatig gezien m'n gang. Hij glimlachte bedroefd. Ik probeerde me te verplaatsen in zijn leven. In Hongarije bestaan er demografisch gezien geen homo's en het is beter om er niet mee te koop te lopen. Naar buitenlanders lonken, zonder dat de rest van het bedienend personeel het in de gaten heeft, is het hoogst haalbare. Hoogstwaarschijnlijk was hij netjes getrouwd en zorgde hij goed voor vrouw en kinderen. Hij nam zijn lot zonder zich er echt bewust van te zijn. Hij gaf me een menukaart en ging m'n bier halen. Ik keek rond; hier hadden M en ik talloze malen gegeten. De laatste jaren vooral 's middags. 's Avonds was het niet meer te doen vanwege een 4de rangs zigeunerkwartet dat als je niet voortdurend afwijzend keek Tulpen uit Amsterdam of ander volksrepertoire uit hun krakkemikkige instrumenten perste staande bij te tafel bedelend om 1.000 forint. De ober kwan met mijn bier en glimlachte. Und was essen? Ik bestelde een vissoep. Hij wist niets meer te zeggen en liep weg. Twee tafels verder zat een vrouw alleen. Gemiddeld mooi maar chagrijnig kijkend zoals alleen gemiddeld mooie Hongaarse vrouwen dat kunnen. Ze denken dat ze heel wat zijn, maar weten eigenlijk niet waarom. Hongaren zijn niet melancholisch, maar fatalistisch had ik die morgen gelezen. Voor mij zijn het vooral filosofisch ingestelde tobbers, die vanuit het verleden hun nationalisme zin proberen te geven. Een subvorm misschien. Ik staarde de vrouw aan. Ze wendde haar blik zichtbaar geïrriteerd af. Het spel begon. Regelmatig inspecteerde ze of ik nog naar haar zat te loeren. De ober bracht de vissoep en bleef verwachtingsvol nog even aan mijn tafel dralen. Het was een aardige man; ik zou er bijna ook homo van worden om zijn treurige bestaan wat kleur te geven. Ik lepelde mijn soep naar binnen. Hongaren kunnen culinair niet veel, maar een vissoepje lukt meestal wel. Onderwijl ging het staren voort. Het spel was begonnen. Wat zat ze hier eigenlijk te doen? Te wachten op een vriend, vriendin? Na talloze malen van inspectie, brak opeens een meewarige glimlach mijn kant door. Game over. Ik lepelde mijn bordje soep leeg en besteedde geen aandacht meer aan haar. Ik bestelde nog een espresso met een palinka, ik vroeg de rekening, betaalde en liep het terras af. You come back, vroeg de ober. I always come back, antwoordde ik. Hij lachte, zijn zomer was goed.

Als muzikale toegift de trots van Zuid-Hongarije: Psycho Mutants met Tango with me. Dracula meets Johnny Cash zoals ze zich afficheren.