Veel mannen en sommige vrouwen houden van naar een voetbalwedstrijd gaan en een sigaretje roken. In hun trieste bestaan is dit naast drank nog zo'n beetje het enige vertier. De Hongaarse overheid heeft dit inmiddels in de gaten, dus ook deze vormen van vermaak moesten vergald worden. Overal waar ik ben, ga ik naar het voetballen; ik ben een stadionverslaafde. Ik weet niet wat het is, want voor het merendeel zitten er in een stadion waar ter wereld dan ook meer zwakbegaafden dan middelmatig begaafden. Hoogstwaarschijnlijk voel ik me toch thuis tussen zwakbegaafden. Een kaartje kopen voor een Hongaarse eredivisiewedstrijd was een eenvoudige zaak: je liep naar het stadion, kocht bij de ingang een kaartje en ging naar binnen. Dat ging niet meer dit seizoen. Ik moest met m'n paspoort naar de boekhandel! (Een kaartje is van papier en papier koop je in de boekhandel is vrij waarschijnlijk de filosofie erachter). Verkoopdames in een Hongaarse boekhandel zijn geen domme types. Zij kennen de schrijvers en zijn ontwikkeld in hun doen en laten. Zij zijn echter niet in de wieg gelegd om op ingewikkelde wijze voetbalkaartjes aan zwakbegaafden te verkopen en omgekeerd is de gemiddelde Hongaarse voetbalhooligan niet in de weg gelegd om een boekhandel te bezoeken en dan daar ook nog iets te kopen. Ik weet inmiddels dat niets makkelijk gaat in Hongarije, dus onder de rustgevende middelen en met m'n paspoort naar de boekhandel. Voor mij was een man bezig om ook een kaartje te bemachtigen. Hij was al een eind op weg: paspoort was gescand, rond de kompjoeter stonden 3 boekverkoopmeisjes te overleggen wat de volgende stap zou worden. De man wendde zich glimlachend tot mij en zei zacht iets tegen mij. Ik vertelde dat ik hem niet begreep en hij hoorde aan mijn antwoord dat ik geen Hongaarse horige was. Het was een beschaafd gekleed mannetje. Hij begon in het Duits tegen mij over de nieuwe regels. Uiteraard vond hij het ook flauwekul. We kletsten wat verder over voetballen in het algemeen terwijl we de dames gadesloegen. Een boekverkoopdame was inmiddels aan het telefoneren, de ander stond aan de printer te schudden. Gelukkig had ik voldoende kalmerende middelen ingenomen. Na een kwartier gedoe kwam er uitsluitsel. Hier geen kaartjes vandaag en waarschijnlijk morgen ook niet. Waar wel? In Kertvaros, ook bij een boekhandel. Kertvaros is soort Woensel van Pecs en daar kom ik niet graag, maar er zat niets anders op. Ik nam lachend afscheid van de man en wenste hem een fijne wedstrijd als het lukte met de kaartjes. In Kertvaros stond bij de boekhandel een man voor mij die een kaartje dat hij een dag eerder gekocht had weer in te leveren, omdat hij uiteindelijk toch niet naar de wedstrijd ging. Iets kopen in Hongarije is een ramp, maar een aankoop inleveren en het geld weer terugkrijgen is vrijwel onmogelijk. Ook hier weer 2 bleke boekverkoopspitsmuismeisjes die zich met de zaak bemoeiden. Gelukkig werkten de rustgevende middelen nog; hoewel ik toch iets van irritatie voelde opkomen. De man, een archetype van de besluiteloze sul, kreeg uiteindelijk zijn 900 forint terug. Nu gaat het gebeuren, dacht ik. 2 Kaartjes B-kurvet kerem, zei ik en legde mijn paspoort op de balie. Het beschaafde boekverkoopspitsmuismeisje keek me treurig aan en zei: voor 2 kaartjes heb je 2 paspoorten nodig en ze zag er maar 1. Ik wist dat het nodeloos was om verder te gaan. Omkopen lukt niet, huilen ook niet en met geweld zullen ze de laatste dagen wel genoeg problemen gehad hebben. We keken elkaar treurig aan. Ze had duidelijk met me te doen. De volgende dag had ik uiteindelijk succes. Zaterdag gingen we naar de wedstrijd. De harde kern stond buiten het stadion met een lang spandoek onduidelijke teksten te schreeuwen. Het was 40 graden en vrijwel iedereen was aangeschoten of dronken. Gezapigheid vierde hoogtij. Het was geen weer om te rellen, bovendien werd de harde kern buiten het stadion in de gaten gehouden door de ME. Pecs verloor met 1-2 van Ferencvaros. Ook dat nog.
We liepen het stadion uit en ik las het spandoek van de harde kern. Er stond: wij hebben boekhandelangst en gaan dadelijk een sigarettenhandel beroven. Dat is op zich een vreemde tekst, maar wel verklaarbaar. Ze hadden geen kaartje durven kopen in zo'n enge boekhandel en voor straf gingen ze een sigarettenwinkel beroven. Dat gaat sinds 1 juli erg makkelijk. Ook wat betreft het kopen van sigaretten is de Hongaarse wereld veranderd. Voorheen kon je op elke hoek van de straat sigaretten kopen. Dat is sinds 1 juli afgelopen. De staat heeft momenteel het monopolie en er zijn staatssigarettenwinkels gekomen die stuk voor stuk verpacht zijn aan Fidesz-aanhangers, de heersende semi-totalitaire politieke partij van president Orban Viktor. Ze verdienen er goed mee, zo ging het verhaal. Het was een vreemde toestand, die sigarettenwinkels. Je kon van buiten niet zien wat er zich binnen afspeelde. Als je de geblindeerde ruimte inging, stond er doorgaans een vrouw in een klapper met spretsjiets te bladeren. Ze zagen er allemaal hetzelfde uit: hopeloos doorsnee, bril, laat-communistisch gekleed, vermoeid en teleurgesteld; hersenloze mutanten van de boekverkoopspitsmuismeisjes.. Tragische wanproducten van de Hongaarse beschaving. Je doet je bestelling en de gemankeerde sombervrouw gaat op zoek naar jouw merk. Ze is geen rookster. Daarnaast is het wetenschappelijk bewezen dat een schaap 23 andere schapen kan onderscheiden, maar helaas voor dit schaap zijn er meer dan 23 soorten sigaretten. De zoektocht is dus elke keer een nieuwe mentale duik in het diepe voor het wicht. Vooruit denken is ook geen sterk ontwikkelde gave van deze kleurloze sigarettenmarskramers. De meest gewilde merken zijn vrijwel altijd uitverkocht. Ik ben bijna gestopt met roken. Dus fijn dat de ene nieuwe Fidesz wet (kaartjes kopen voor een voetbalwedstrijd in een boekhandel) uitlokt dat een andere nieuwe Fidesz wet (het sigarettenmanifest) daar het slachtoffer van wordt. Ofwel: voetbalkaartjesloze hooligans die een sigarettenpaleis plunderen.
woensdag 28 augustus 2013
maandag 12 augustus 2013
Waspoeder
In mijn nutteloze streven het land Hongarije te begrijpen, ging ik toch maar in op de uitnodiging waar ik helemaal niet op in had moeten gaan, omdat het vorig jaar tijdens deze bijeenkomst uit de hand was gelopen en deze keer waarschijnlijk ook. Ik stak echter in een goede bui door een gesprek dat ik in de voormiddag had gehad met een mij onbekende Hongaar die ik de nacht tevoren dronken was tegengekomen. We hadden besloten het gesprek nuchter te voltooien. Hij had problemen met het 'zijn' in zijn land. We hebben niets opgelost, maar hij stelde zichzelf tenminste vragen en wilde luisteren naar wat anderen daar van vonden. Mooie momenten in Hongarije.
Enfin ... het gezelschap van die avond was min of meer compleet en bestond wederom uit de hoofdofficier van justitie (een aardige man die zich alleen maar bezighield met het om het kwartier ontkurken van een fles wijn, zijn vrouw, een notaris met zijn vrouw (een hysterisch nationalistisch typje, waarmee ik vorig jaar in de clinch had gelegen), een onduidelijk echtpaar met een hond plus Hongaarse vrienden die de bijeenkomst hadden georganiseerd. Ik kwam wat later binnen, zodat het in ieder geval qua tijd nog dragelijk zou zijn. Na de verwelkoming werd de aanval snel geopend door de notaris die plompverloren vroeg of ik al bang was voor z'n vrouw, daarmee refererend aan de clash van vorig jaar. Not yet, maybe later, antwoordde ik. Het was duidelijk wat er ging gebeuren, er moest nog een rekening vereffend worden na vorig jaar. Mijn laatste vraag aan haar was toen of Jesus Christus soms ook een Hongaar was. Deze vraag stelde ik na 2 uur nationalistische propaganda voor de Hongaarse taal, cultuur en alles wat met het bestaan te maken had.
Al snel werd gemeld dat de Hongaarse taal meer woorden kende dan de Engelse taal. Ik wist dat dit niet waar was, maar besloot niet op deze provocatie in te gaan. Vrijwel direct hierna begon het spel; of er wel eens iets over Orban Viktor (huidige Hongaarse minister-president) in de Nederlandse kranten te lezen viel. Ik antwoordde bevestigend en vertelde dat er niet altijd positief over hem geoordeeld werd. Anders gesteld: hij werd gezien als een anti-Europese, nationalistische non-realist. De hel brak los en dat was de bedoeling. Ik had het genuanceerd, nog extremer of hoe-dan-ook kunnen brengen: de pleuris was toch uitgebroken. De hysterica begon onmiddellijk te schreeuwen: values, values, values. Uit haar onsamenhangende verklaring meende ik te begrijpen dat de EU met haar poten van de Hongaarse waarden af moest blijven. Ik vroeg haar om verdere uitleg. Vol emotie en met overslaande stem schreeuwde ze me toe dat het belachelijk was dat de EU Hongarije verplicht had gesteld dat homoseksuele stellen een kind mochten opvoeden. Zo, dat was er uit. Ze trilde licht. Ik antwoordde dat ik het allemaal wel goed vond en me er niet druk om kon maken. Daarnaast stelde ik de vraag of er iemand in Hongarije zich er over 100 jaar nog druk over zou maken. Ze wist niet wat te antwoorden, maar de aanval werd direct overgenomen door haar echtgenoot, de notaris. Nu werd waspoeder ineens het onderwerp. Of ik wel wist dat waspoeder van merk X In Hongarije van slechtere kwaliteit was dan in Oostenrijk en daarnaast ook duurder. Ik vertelde dat ik hier niet van op de hoogte was, maar voelde wel aan dat dit argument nummer 1756 was om aan te geven dat de hele wereld tegen Hongarije was gekant. Daarna begon het bankenverhaal, maar dat was argument 751 en kende ik al, dus ik kon me even concentreren op de hoofdofficier die wijselijk zijn mond hield, wat zat te grinniken en weer bezig was een fles te ontkurken. Inmiddels had ik net een tussengerecht op. De hysterica die weer tot rust was gekomen vroeg of het gesmaakt had. Ik antwoordde bevestigend en ze begon meteen met haar ogen te rollen en te hyperventileren: Hongaarse ganzenlever was zeker ook niet te krijgen in Nederlandse supermarkten? Ik wist het niet, maar zij wel. Ook de schuld van de EU en dus impliciet van mij. Door de drank kwamen de onderwerpen Trianon, onderwijs, binnenlandse politiek, de absurde hoogte van de verkeersboetes, het staatsmonopolie op de verkoop van sigaretten en de wereldcrisis steeds onsamenhangender aan de orde. De hysterica zat zo'n beetje tegen het plafond: alles was allemaal de schuld van de sterren: de rode ster van het communisme; de witte sterren in de Amerikaanse vlag en de gele sterren in de EU-vlag. Ik kon haar niet eens ongelijk geven, maar de stelligheid en agressie waarmee het verteld werd, noopten mij tot het maken van tegenwerpingen, waardoor het schaap steeds opgefokter werd. Het begon uit de hand te lopen. Ik was de enige die bier en palinka dronk, de rest dronk wijn en daar schijnt naast alcohol ook filosofie in te zitten. Bij bier en palinka zit er geen filosofie in, aldus een van de tafelgenoten. Ik besloot te vertrekken en vroeg nog een laatste woord waarin ik vertelde dat ik weliswaar ook uit de EU kwam maar daarom niet verantwoordelijk was voor de totale wet- en regelgeving en het complot tegen Hongarije. Daarnaast vertelde ik ook nog dat als Hongarije de rechten voor homoseksuelen niet respecteerde dat het dan tamelijk normaal is dat ze duur en slecht waspoeder krijgen. Zo werkt dat in de EU. Ze waren even met stomheid geslagen. Hongaren hebben geen gevoel voor humor en kunnen moeilijk relativeren. Ik nam afscheid en wist al wel wat het thema van volgend jaar zou worden.
Enfin ... het gezelschap van die avond was min of meer compleet en bestond wederom uit de hoofdofficier van justitie (een aardige man die zich alleen maar bezighield met het om het kwartier ontkurken van een fles wijn, zijn vrouw, een notaris met zijn vrouw (een hysterisch nationalistisch typje, waarmee ik vorig jaar in de clinch had gelegen), een onduidelijk echtpaar met een hond plus Hongaarse vrienden die de bijeenkomst hadden georganiseerd. Ik kwam wat later binnen, zodat het in ieder geval qua tijd nog dragelijk zou zijn. Na de verwelkoming werd de aanval snel geopend door de notaris die plompverloren vroeg of ik al bang was voor z'n vrouw, daarmee refererend aan de clash van vorig jaar. Not yet, maybe later, antwoordde ik. Het was duidelijk wat er ging gebeuren, er moest nog een rekening vereffend worden na vorig jaar. Mijn laatste vraag aan haar was toen of Jesus Christus soms ook een Hongaar was. Deze vraag stelde ik na 2 uur nationalistische propaganda voor de Hongaarse taal, cultuur en alles wat met het bestaan te maken had.
Al snel werd gemeld dat de Hongaarse taal meer woorden kende dan de Engelse taal. Ik wist dat dit niet waar was, maar besloot niet op deze provocatie in te gaan. Vrijwel direct hierna begon het spel; of er wel eens iets over Orban Viktor (huidige Hongaarse minister-president) in de Nederlandse kranten te lezen viel. Ik antwoordde bevestigend en vertelde dat er niet altijd positief over hem geoordeeld werd. Anders gesteld: hij werd gezien als een anti-Europese, nationalistische non-realist. De hel brak los en dat was de bedoeling. Ik had het genuanceerd, nog extremer of hoe-dan-ook kunnen brengen: de pleuris was toch uitgebroken. De hysterica begon onmiddellijk te schreeuwen: values, values, values. Uit haar onsamenhangende verklaring meende ik te begrijpen dat de EU met haar poten van de Hongaarse waarden af moest blijven. Ik vroeg haar om verdere uitleg. Vol emotie en met overslaande stem schreeuwde ze me toe dat het belachelijk was dat de EU Hongarije verplicht had gesteld dat homoseksuele stellen een kind mochten opvoeden. Zo, dat was er uit. Ze trilde licht. Ik antwoordde dat ik het allemaal wel goed vond en me er niet druk om kon maken. Daarnaast stelde ik de vraag of er iemand in Hongarije zich er over 100 jaar nog druk over zou maken. Ze wist niet wat te antwoorden, maar de aanval werd direct overgenomen door haar echtgenoot, de notaris. Nu werd waspoeder ineens het onderwerp. Of ik wel wist dat waspoeder van merk X In Hongarije van slechtere kwaliteit was dan in Oostenrijk en daarnaast ook duurder. Ik vertelde dat ik hier niet van op de hoogte was, maar voelde wel aan dat dit argument nummer 1756 was om aan te geven dat de hele wereld tegen Hongarije was gekant. Daarna begon het bankenverhaal, maar dat was argument 751 en kende ik al, dus ik kon me even concentreren op de hoofdofficier die wijselijk zijn mond hield, wat zat te grinniken en weer bezig was een fles te ontkurken. Inmiddels had ik net een tussengerecht op. De hysterica die weer tot rust was gekomen vroeg of het gesmaakt had. Ik antwoordde bevestigend en ze begon meteen met haar ogen te rollen en te hyperventileren: Hongaarse ganzenlever was zeker ook niet te krijgen in Nederlandse supermarkten? Ik wist het niet, maar zij wel. Ook de schuld van de EU en dus impliciet van mij. Door de drank kwamen de onderwerpen Trianon, onderwijs, binnenlandse politiek, de absurde hoogte van de verkeersboetes, het staatsmonopolie op de verkoop van sigaretten en de wereldcrisis steeds onsamenhangender aan de orde. De hysterica zat zo'n beetje tegen het plafond: alles was allemaal de schuld van de sterren: de rode ster van het communisme; de witte sterren in de Amerikaanse vlag en de gele sterren in de EU-vlag. Ik kon haar niet eens ongelijk geven, maar de stelligheid en agressie waarmee het verteld werd, noopten mij tot het maken van tegenwerpingen, waardoor het schaap steeds opgefokter werd. Het begon uit de hand te lopen. Ik was de enige die bier en palinka dronk, de rest dronk wijn en daar schijnt naast alcohol ook filosofie in te zitten. Bij bier en palinka zit er geen filosofie in, aldus een van de tafelgenoten. Ik besloot te vertrekken en vroeg nog een laatste woord waarin ik vertelde dat ik weliswaar ook uit de EU kwam maar daarom niet verantwoordelijk was voor de totale wet- en regelgeving en het complot tegen Hongarije. Daarnaast vertelde ik ook nog dat als Hongarije de rechten voor homoseksuelen niet respecteerde dat het dan tamelijk normaal is dat ze duur en slecht waspoeder krijgen. Zo werkt dat in de EU. Ze waren even met stomheid geslagen. Hongaren hebben geen gevoel voor humor en kunnen moeilijk relativeren. Ik nam afscheid en wist al wel wat het thema van volgend jaar zou worden.
Abonneren op:
Posts (Atom)